IJsvereniging Lekkerkerk pakt uit

24 maart 2021 - Lekkerkerk, Nederland

Het heeft niet zoveel nut om te bedenken wat WE er nou zo leuk aan vinden. Aan schaatsen op natuurijs. We zijn geneigd dat te kunnen invullen voor anderen. In werkelijkheid gaan we uit van onze eigen waarneming, emoties en denkconcepten. En denken we dat anderen dat dan ook wel zo zullen ervaren. Sociologen moeten zich er maar over buigen. Of Herman Pleij.

Herman Pleij is hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, gespecialiseerd in de middeleeuwse literatuur maar kan altijd zo ontzettend aanstekelijk vertellen waarom WIJ iets doen, denken en ervaren, dat je hem onvoorwaardelijk gelooft. Ten tijde van het beschouwen van de voorbije Elfstedentochtdata en de strenge vorstperiode jongstleden verscheen hij in verschillende praatprogramma’s en vertelde hij in geuren en kleuren over het uitleven van onze landelijke oerdriften op bevroren water. Zoals alleen hij dat kan. Heerlijk.

In de zomer waren mijn vrouw en ik bij ’t Bluk in Laren na een wandeling in het prachtige bos- en heidegebied met de hond van onze dochter. Ik tikte mijn vrouw aan en gebaarde met mijn ogen in de richting van een ietwat krom lopende oude man die bij het lopen over het grind vooral naar de grond keek. Hij had een wat onzekere tred. Het was moeilijk voor te stellen dat dit de man was die op tv had gezegd onlangs nog op de ijzers te hebben gestaan en daar ook nog zo geweldig over kon vertellen. Herman Pleij vervult zijn rol als ‘spreker’ werkelijk perfect.

Ik heb de Negen Dorpentocht slechts één keer kunnen schaatsen. Tot nu toe dan. In 1996 had ik ‘m nog aan mij voorbij laten gaan omdat ik op die vrijdag immers voor de klas stond. Een collega uit Gouderak wist al van de bijzondere sportieve en cultuurhistorische waarde die de Tocht der Tochten van de Krimpenerwaard heeft. Hij had een dag vrij genomen. Door zijn verhalen drong pas tot mij door hoe bijzonder de tocht is en hoe zelden ze verreden wordt. Dat maakt haar bijna net zo begerenswaardig als de grote Elfstedentocht in Friesland. Ik liet de volgende editie dan ook niet meer aan mij voorbijgaan. En die volgde gelukkig al direct in de winter erna.

Ik zag de schaatsroute op de stempelkaart staan maar dat waren slechts dikke zwarte hoekige lijnen van dorp naar dorp. De werkelijke route kende ik helemaal niet. Ik wist niet over welke wateren ik zou gaan. Welke bruggen ik zou passeren en wat de kluunplaatsen waren. Zelfs de ijsclubs kende ik niet. Behoudens die van de Twee Provinciëntocht. Maar juist dat maakte het nou zo aantrekkelijk. Het is als spoorzoekertje, je kent de omgeving maar weet niet waar het spoor precies naartoe leidt. Van de verrassing die daarin zit word ik ontzettend blij. En ik vul in dat veel mensen dat zo ervaren.

Mijn jongste zoon was onze gids toen wij in februari over de Reewijkse Plassen schaatsten. Mijn dochter en ik volgden en lieten ons gewoon door hem verrassen. Vanaf de plassen ziet de omgeving er heel anders uit. Het is soms moeilijk om je te oriënteren. Je komt op plekken die je vanaf de weg nooit ziet. Pas bij bruggen, sluizen en wegen weet je weer waar je je precies bevindt.

Toen wij weer bij onze tassen met schoenen terug waren, belde mijn zoon enkele vrienden met wie hij de plassenronde nogmaals reed. Hij kreeg er maar geen genoeg van. Hij besefte volledig dat het zomaar weer vele jaren kan duren voordat de kans op natuurijs van deze mooie dikte zich opnieuw voordoet. Hij kan geweldig vertellen over het moment dat hij met een vriend over verder lege plassen ging en de zon onder zag gaan. Zij waren nog de enigen. Daarna móesten zij wel stoppen met schaatsen. Zeer tot hun spijt.

Vanaf Ouderkerk aan den IJssel volgde ik de pijlen die de richting aangaven. Ik liet me dus graag verrassen. Zo had ik niet verwacht dat de ijsclub uit Lekkerkerk een stempelpost had ingericht op het water in het Loetbos. Het aangelegde bos is genoemd naar De Loet die er dwars doorheen stroomt. De ijsclub uit Lekkerkerk is geen ijsclub. Het is een ijsvereniging. IJsvereniging Lekkerkerk ligt ook niet aan een open water maar heeft een landijsbaan. Als het vriest. Op andere momenten kun je er skeeleren.

De stempelpost op De Loet lag prachtig beschut op een breed water tussen kale grillige bomen. Een fijne plek om even uit de wind te kunnen staan of zitten. Grote groepen mensen hoopten zich dan ook op rondom de koek-en-zopie-kraampjes. Om even aan te sterken. In mijn herinnering was Het Loetbos een zeer idyllische omgeving. De filmbeelden bevestigen dat.

Het was de grootste pleisterplaats. Lekkerkerk had goed uitgepakt. Er stonden heel veel houten bankjes waarop mensen neervielen. Waar bij andere gelegenheden de bankjes nogal eens lege plekken bevatten omdat men liever niet naast vreemden zit, zie je dat hier alle gaten gevuld zijn. ‘Gebroederlijk’ – gezusterlijk en gemenselijk bestaat nu eenmaal niet en klinkt ook niet zo mooi – en eensgezind naast elkaar. Een vrolijke boel mensen met dezelfde missie. Even uit die straffe wind zitten, lekker bijkomen en genieten. Dat was echt wel nodig. Je onderschatte gemakkelijk wat kou en wind deden met je lichaam. Het was niet alleen de afstand van ruim 80 km die energie vergde.

Daarna zou een lang traject tegen de wind in volgen. De volgende stempelpost was Berkenwoude. Krimpen aan de Lek is het enige dorp van de Krimpenerwaard dat niet wordt aangedaan. Vanuit de beschutting van het bos reed je zo de open polder in waar de wind weer volledig vrij spel had. Maar juist door die harde tegenwind werd het een prestatietocht waarop je na afloop extra tevreden terug kon zien. Maar eerst moesten we er nog wel even tegenin schaatsen. Dat was heel andere koek en zopie.

https://www.facebook.com/stvlekstreek/videos/755558161747346

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s