De kop niet in het zand steken

15 september 2022 - Schoonhoven, Nederland

Bij het ontbijt in Hotel Café Restaurant Koekenbier worden we door heel ander personeel ontvangen dan gisteren bij aankomst. Dat heb je bij een hotel nu eenmaal. Het is minder persoonlijk maar het smaakt er niet minder om. We zijn van plan om straks bij eetcafé De Halve Maan in Meije koffie te gaan drinken. Om daar te komen hebben we meer dan voldoende brandstof ingenomen. Laten we vertrekken.

We zien eerst nog de contouren van Amsterdam aan de horizon. Dan buigen we af naar links om via natuurreservaat Botshol en langs riviertje de Waver naar Wilnis te rijden. Van Wilnis gaan we richting Kanis maar net voorbij buurtschap Mijdzijde moeten we al naar rechts. We steken riviertje de Grecht over – met het voet-fietsveer dat met de hand bediend moet worden – en gaan vervolgens langs de riviertjes Oude Meije en Meije naar lintdorp Meije.

Na de koffie bij De Halve Maan rijden we onze thuisregio in. De grens van de Oude Hollandse Waterlinie liep erlangs af. Dat hebben we ons nooit zo gerealiseerd. We fietsen van Fort Wierickerschans bij Bodegraven langs de Oude Rijn – dat ook al de noordelijke grens van het oude Romeinse Rijk vormde – via Nieuwerbrug naar Vesting Woerden. Woerden was ooit een vestingstad met stadsmuren, singels en bastions. Het was zelfs het hoofdkwartier van de Oude Hollandse waterlinie. In het Arsenaal werd eeuwenlang het militair materieel voor de Waterlinie opgeslagen.

Wij kennen dit gebied op ons duimpje maar met de bril van de Oude Hollandse Waterlinie op, kijken we met heel andere ogen naar ons thuisland. Wij kenden nooit de beschutting van de oude waterlinie maar hebben – net als iedereen hier dat heeft – het gevoel echt thuis te zijn in de eigen regio. We realiseren ons dat we ons beschut en vertrouwd voelen in dit gebied. Het kent een eigen cultuur met gebruiken en opvattingen die ook in ons zijn opgeslagen. Het is een gebied van no-nonsense, zo-doen-we-dat-hier en doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg.

Hier wonen nuchtere mensen in wie christelijke waarden – geïnspireerd op de Tien Geboden – nog levend gehouden worden terwijl de meesten van ons reeds niet meer verbonden zijn aan een kerk. Eerlijk en hard werkend zijn we. We tonen eerbied voor onze vader en moeder. Plegen geen moorden en stelen niet. Je kunt ons hier eigenlijk nog bijna vertrouwen op onze blauwe ogen.

Maar we hebben ook ieder onze persoonlijke waarden. Toen mijn vrouw en ik mijn schoonmoeder gingen uitzwaaien omdat zij op vakantie ging was haar huis weer spik-en-span en was het huisraad keurig geschikt zoals altijd. Mijn schoonmoeder vindt dat belangrijk, zei ze tegen me. Toen ik tijdens de vakantie van mijn dochter haar planten water ging geven en haar katten en hond verzorgde, was er bij vertrek ook keurig stof gezogen maar was goed te merken dat haar dieren het vooral goed moeten hebben en mensen die haar bezoeken zich op hun gemak moeten kunnen voelen. Dat is heel belangrijk voor haar.

Onlangs overleed mijn tante, een zus van mijn moeder. Zij leefde erg graag op zichzelf. Een kop koffie, een sigaretje, gezond voedsel en spirituele boeken waren belangrijk voor haar. Haar persoonlijk verzorger van het laatste uur zei me nog een keer hoe tevreden mijn tante ermee was.

Gisteren werd een oom van mijn vrouw begraven. Op negenentachtig jarige leeftijd. Uit de verhalen over zijn leven sprak dat hij kon genieten van eenvoud en de kleine dingen des levens, dat hij zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen zeer lief had en dat zijn familie ook belangrijk voor hem was. Werk gaf betekenis aan zijn leven tot vlak voor zijn dood. Hij werkte nog steeds in de vrachtwagengarage van het familiebedrijf als bandenprofielsnijder. Elke ochtend van 10-12 uur en elke middag van 14-16 uur ging hij met zijn scootmobiel naar de garage om zich van zijn taak te kwijten.

Toen zijn hand niet meer te gebruiken was voor het zware werk verloor hij zijn levenslust en levensplezier. Hij zij me onlangs dat het leven zo niet meer hoefde voor hem. Binnen een jaar na zijn kwetsuur overleed hij.

In het tijdschrift Psychologie Magazine zegt hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk: “We hebben allemaal ons eigen, unieke setje levenswaarden: die dingen die wij belangrijk vinden in het leven. Heb je bijvoorbeeld vriendschap als belangrijke waarde, dan zal je niet graag een afspraak met een goede vriend afzeggen wegens drukte op je werk. Als je dan later terugkijkt op je leven, ben je tevreden als vriendschappen inderdaad een grote plaats hebben gehad, en kijk je met spijt terug als je merkt dat je andere zaken te vaak voorrang hebt gegeven”.

Ik ben het er helemaal mee eens dat het belangrijk is dat je je persoonlijke waarden kent en er je leven naar inricht om gelukkig en tevreden te kunnen zijn. Het is heel goed dat er sinds de jaren zestig veel meer aandacht voor het individu is gekomen. Deze is bevochten door de generatie rebelse babyboomers en heeft gezorgd voor veel meer ruimte en vrijheid van mensen. Een heel goede ontwikkeling na de benauwde decennia daarvoor waarin het vooral de kerk was die de leefregels bepaalde. Maar ook de tijdsgeest van wederopbouw en aanpakken, die ontstaan was na de crisisjaren dertig en de Tweede Wereldoorlog die erop volgde.

Voor mijn generatie was het heel gewoon dat we onszelf zouden kunnen gaan ontplooien. Wij konden met behulp van een studiebeurs een studie naar keus gaan doen en daarna een beroep zoeken dat aansloot bij onze voorkeur en talenten. We stichtten gezinnen, vonden een huis om te bewonen en wilden graag een mooie auto voor de deur hebben staan om te laten zien dat wij status en rijkdom niet aan ons voorbij lieten gaan maar de kansen hadden gepakt. 

Het beeld van een zwaar werkzaam en gelovig leven met uitzicht op een goed hiernamaals verschoof geleidelijk naar alles uit het leven willen/moeten halen want nu moet het gebeuren en straks is het voorbij omdat er helemaal geen hiernamaals is.

Het vanzelfsprekende idee dat de volgende generatie het steeds weer een beetje beter krijgt dan de vorige bestaat niet meer. Vooral ingegeven door de klimaatproblemen die zijn ontstaan, zijn we gaan beseffen dat wij zijn geboren en opgegroeid in een tijd die al bol stond van klimaat ontwrichtende activiteiten. Het moet anders, dat snappen we nu bijna allemaal wel.

Maar in eerdere overwegingen schreef ik ook al over groeiend narcisme, de schadelijke gevolgen van neoliberalisme, het angstvallig vasthouden aan de eigen status, uitsluiting van groepen mensen en doorgeschoten individualisering. In het nieuws hoorden we onlangs dat vooral jonge tienermeiden veel minder gelukkig zijn – dan voor de coronacrisis – en onder grote verwachtings- en prestatiedruk staan.

Het is daarom dat het nastreven van persoonlijke waarden te karig is. Er is meer nodig. Een groeiend aantal maatschappijkritische mensen en wetenschappers beseft dit al. Vooral mensen in sociale beroepen ervaren de gevolgen van negatieve sociale tendensen aan den lijve, soms zelfs letterlijk. Veel mensen ervaren ondanks alle materiële gemakken en leuke vrijetijdsbestedingen een leegte.

In mijn vorige overweging schreef ik over universele waarden. Welke waarden zijn dat dan en hoe kunnen we zorgen dat weer meer mensen hun innerlijk moreel kompas erop gaan afstemmen? We zijn in het verleden al overladen met waarden via het geloof en de moraliteit van ouders, leraren en overheid, vooral vlak na de Tweede Wereldoorlog. Veel mensen zitten niet te wachten op nieuwe morele lessen. En terecht. Want opleggen en eisen ervan werkt natuurlijk niet. Een waarde wordt alleen van betekenis als je deze met het eigen gezond verstand inziet, begrijpt dat ze waar is, betekenis krijgt in je eigen leven en daardoor een deel van jezelf kan worden. Dan is een universele waarde persoonlijk geïntegreerd en heeft ze tot zelfkennis en persoonlijke groei geleid. Het draagt bij aan wijsheid.

Een waarde geeft de waardering of het respect aan voor iets dat je op prijs stelt en waardeert. Als het gaat om waarden die betrekking hebben op gedrag, zul je merken dat het gaat om gedrag dat jij als norm beschouwt omdat het is gebaseerd op hoe jij graag wilt dat anderen jóu behandelen of beschouwen. Je voelt gewoon aan dat dat het gewenste sociale gedrag is dat óók jij vanzelfsprekend vindt.

En er is nu eenmaal een gemeenschappelijkheid in ieders reactie op bijvoorbeeld afgebekt worden. Dat willen we niet en daarom verwachten we allemaal een fatsoenlijker reactie dan dat. ‘Niet-kwetsen’ is dan ook een voorbeeld van een universele waarde. Maar daar wordt helaas behoorlijk de hand mee gelicht.

En als je er even goed over nadenkt, mag je het gedrag dat volgt uit de waarde ‘niet-kwetsen’ ook verwachten van jezelf naar anderen toe. Want voor anderen ben jíj namelijk die ander waarvan ‘niet-kwetsen’ verwacht wordt. En je meet met twee maten wanneer je het wél van de ander verwacht maar níet van jezelf.

In het kader van deze serie overwegingen wil ik tot slot een universele waarde benoemen waar dringend behoefte aan is in de huidige tijd: ‘de afwezigheid van verwaandheid’. Ze is ontleend aan het boeddhisme/hindoeïsme maar daarmee niet minder waar. Ik ga haar toelichten om een beetje te kunnen begrijpen.

De afwezigheid van verwaandheid heeft te maken met zelfrespect. Het gaat erom dat men geen overdreven denkbeeld over zichzelf heeft. Geen overdreven zelfrespect of zelfverheerlijking, want dat is een probleem. Een eenvoudig feitelijk zelfrespect is daarentegen geen schadelijke eigenschap, maar een goede. Er ontstaat een probleem wanneer het overdreven wordt tot zelfaanbidding en verwaandheid. Want in dat geval uit het zich in een eis naar anderen om het respect aan mij te tonen waar ik denk recht op te hebben. In mij zorgt dat voor een conflict omdat ik dat respect zelden of nooit zal gaan ontvangen.

Anderen kunnen weleens helemaal niet reageren omdat het geven van respect onderhevig is aan de waan van de dag. Als ik al het geluk heb dat ik respect ontvang voor waar ik denk goed in te zijn, zal ik een andere dag het respect niet nog een keer ontvangen omdat de ander er dan helemaal niet mee bezig is. Het kan teveel gevraagd zijn om respect te krijgen van iemand, als diegene niet hetzelfde respect van mij terugkrijgt. De ander kan aandacht hebben voor heel andere zaken dan die waarvoor ik respect verwacht. Het kan zijn dat de ander een heel andere kijk heeft op dat waar ik respect voor verwacht. Enzovoort.

In alle gevallen kan pijn ontstaan door mijn te grote ego dat een buitensporig belang hecht aan wat ik weet, wat ik kan, wat ik voel, wat ik bezit, wat ik doe of hoe ik eruit zie. Want mijn ego wil graag dat ik respons krijg van anderen die mijn belangrijkheid bevestigen. Als die niet komt doet mij dat pijn, raak ik gekwetst of voel ik mij gekleineerd. Ik kan wraak gaan koesteren en plannen gaan smeden om anderen een lesje te willen leren.

Het verlangen van respect ligt in een diepe onderliggende twijfel in mijzelf over mijn goede eigenschappen. Ik schijn mezelf niet te accepteren als iemand met goede eigenschappen. Ik verlang naar erkenning door anderen omdat ik steun nodig heb om me te laten voelen dat ik ‘iemand ben. Dat maakt mij afhankelijk van de respons van anderen. Als ik volledig overtuigd ben van mijn goede eigenschappen dan is er voor mij geen noodzaak om respect van anderen hiervoor te krijgen. Dan doe ik de dingen vanzelfsprekend en hou ik me niet bezig met wat anderen daarvan vinden. Mijn vaardigheden dienen voor zichzelf te spreken.

Generaties kinderen van na de Tweede Wereldoorlog kregen niet altijd de complimenten en waardering van hun ouders omdat die niet doordrongen waren van het belang ervan of grote verantwoordelijkheden droegen voor het gezin in tijden dat er nog geen sociale voorzieningen waren en mensen meer armoede kenden. Kinderen van nu krijgen soms te weinig aandacht van hun ouders omdat die teveel met hun eigen carrières of bezigheden bezig zijn. Maar in de laatste decennia worden steeds meer kinderen door hun omgeving op een troontje geplaatst. Steeds meer prinsjes en prinsesjes zijn de basisschool komen binnen lopen de afgelopen jaren.

Een beetje narcistisch zijn we allemaal in onze vroege kindertijd. Het is zelfs een noodzakelijke fase in de psychologische ontwikkeling. Je moet nu eenmaal zelfwaardering en zelfvertrouwen ontwikkelen om je op een gezonde manier staande te kunnen houden in de wereld. Het is belangrijk dat ouders dit snappen en op een juiste manier begeleiden en steunen. En dat doen ze met name door een betrokken en liefdevolle houding waardoor een goede hechting mogelijk wordt en door grenzen te stellen. Ze mogen heel vaak ‘ja’ zeggen, maar er moet ook af en toe een ‘nee’ klinken.

Een groeiende groep mensen is niet gewend een ‘nee’ te horen. De waarde ‘afwezigheid van verwaandheid’ houdt mensen een spiegel voor. Ben jij iemand die respect wil afdwingen omdat je twijfelt aan je eigen capaciteiten, dan is er werk aan de winkel voor jou. Ben jij iemand die geen ‘nee’ verdraagt omdat je gewend bent om bijzonder gevonden te worden, dan is er ook werk te doen door jou.

Wanneer je de waarde goed tot je door laat dringen en inziet dat deze een universele waarheid bevat, kun je haar gaan toepassen in je leven. Al oefenende dringt steeds beter tot je door hoe deze waarde richting kan geven aan je gedrag en zul je gaan ervaren dat je het respect in jezelf kunt vinden en het niet meer hoeft te verlangen van anderen. Universele waarden zijn een opdracht aan ieder mens. Het vraagt doorzettingsvermogen en vasthoudendheid om ze ons eigen te maken met vallen en opstaan. Want feilbaar zijn we allemaal, we mogen het leven gebruiken om te leren.

Wij fietsen door Linschoten, Montfoort en via de Waardse Dijk naar Oudewater. Van daar gaan we over de Damweg naar het dorp Cabauw. Via de Cabauwse Kade rijden we tenslotte naar Schoonhoven. We zijn rond, de Hollandse-Waterlinie-route is voltooid.

Deze serie overwegingen is dat ook. Ik geef toe dat ik daar blij om ben. Het schrijven ervan bleek ditmaal een pittige opgave. Het was bepaald geen leuke materie om over te schrijven. Vooraf had ik me dat niet gerealiseerd. Maar het heeft mijzelf net zo goed het belang van universele waarden doen leren kennen en inzien. Ik ga ermee aan de slag, ik beschouw het als een opdracht aan mezelf waar ik niet omheen kan. Want adel verplicht.

Ik bedank de trouwe lezers, want ook voor jullie moet het soms taaie en vervelende kost geweest zijn. Maar misschien denk je net als ik: maar we mogen onze kop er niet voor in het zand steken.

Foto’s