Klunen bij IJsclub De Zilveren Schaats uit Schoonhoven

30 maart 2021 - Schoonhoven, Nederland

Klunen is een Fries leenwoord dat lopen op schaatsen betekent. Ik ken het woord sinds de eerste Elfstedentocht die ik op tv volgde. Van begin tot eind. Het was op 21 februari 1985.

Nederland had er 22 jaar naar uitgezien. Voor het eerst was alles over de Tocht der Tochten te zien in een live-uitzending. Door de uitgebreide media-aandacht werd de Nederlandse taal die dag verrijkt met heel veel nieuwe woorden en begrippen, zoals klunen, startkooi en stempelpost. Ik had natuurlijk al veel gehoord over de Elfstedentocht van 1963 die een steeds legendarischer mythe was geworden naarmate een nieuwe editie langer uitbleef. Maar eindelijk was het dan toch zover en kondigde voorzitter Jan Sipkema de dertiende Elfstedentocht aan met de woorden: ‘It sil heve!’.

Bij schaatstochten is het niet altijd mogelijk de gehele tocht op de schaats af te leggen. Zo is het ijs onder bruggen vaak te dun (of zelfs afwezig) of heeft scheepvaart of de harde wind wateren open gehouden. In het traject van de Negen Dorpentocht moet je ook nog regelmatig van het ene water overstappen naar het andere. Het parcours gaat ook over dijkjes en dammen, sluisjes en wegen.

Om de schaatsen te beschermen, worden er op dergelijke plaatsen planken en matten neergelegd, waarover de toertochtrijders met de schaatsen aan de voeten kunnen lopen zonder dat de ijzers beschadigen. Dit lopen op schaatsen wordt in het Fries klune genoemd.

Voor de Elfstedentocht van 1986 hadden de deelnemers aan de wedstrijd zich extra bekwaamd in het klunen omdat men ondervonden had dat de wedstrijd ook struikelend op het tapijt verloren kon worden.

Gerrit Eegdeman had zich met zijn camera geposteerd naast de kluunplaats bij de molen van de Bonrepas. Daar vlakbij had IJsclub ‘De Zilveren Schaats’ uit Schoonhoven ook haar stempelpost en koek-en-zopie-tentjes ingericht. Dit soort plekken was leuk om te filmen omdat je dan veel mensen in beeld krijgt die ook nog een korte reactie kunnen geven. Naarmate de jaren verstrijken wordt het steeds leuker om dorpsgenoten van vroeger door het beeld te zien stappen en te horen vertellen. Wat mij daarbij opvalt is dat je de taal van de streek zo goed hoort. De platte a’s en o’s overheersen. Leuk vind ik dat.

Bij de jongstleden verreden Reeuwijkse Plassentocht lagen er helemaal geen kluunmatten. Vanwege corona mochten er immers geen vergunningsplichtige evenementen georganiseerd worden. En de matten zijn daar onderdeel van. We moesten toen weer even ouderwets de schaatsbeschermers om de ijzers doen. Maar ook daarmee kun je een oversteek maken. Het kost alleen iets meer tijd. Ook toen viel op dat het onder andere de kluunplekken zijn waar je met anderen in contact treedt. Het zijn de spontane ontmoetingsplekken.

Tijdens de 9 Dorpen Fietstoertocht gingen we wel naar het clubgebouw van ijs- en skeelerclub ‘De Zilveren Schaats’. Vanaf de Lekdijk kun je deze al zien liggen. In juni ligt het water als een gracht om de volkstuintjes die op het ovale eilandje in het midden liggen. Ik was er niet eerder geweest. Omdat het complex geen deel uitmaakt van een toertocht op natuurijs. Bij de ijsclub kan een grote ijsbaan geprepareerd worden. De bodem is er eind jaren ’60 speciaal voor uitgegraven. Ze staat niet in verbinding met open water. “Wij zijn een van de leukste en actiefste ijsclubs in de Krimpenerwaard” staat er op de website te lezen. Schoonhovenaren zullen dat ongetwijfeld beamen. Ik snap de concurrerende teksten alleen niet zo. Elk dorp of stadje heeft immers haar eigen trouwe leden. Iedereen waardeert de thuisbaan echt wel.

In juni 2017 werd er hard gewerkt in de moestuintjes. De deelnemers aan de fietstocht werden getrakteerd op pannenkoeken. Leuk om ook hier vriendelijk te worden ontvangen. Zo moet het zijn. Dat maakt mensen enthousiast voor een volgende 9 Dorpen Fietstoertocht.

Bij de molen van Bonrepas stonden de deelnemers van de Negen Dorpentocht in de rij om het gelijknamige dijkje over te steken. Aan de andere kant lonken de polder en de Middelste Molen van Cabauw. Dat stuk van de schaatsroute ken ik op mijn duimpje omdat het onderdeel is van de Twee Provinciëntocht waarvan de Haastrechtse IJsclub medeorganisator is. Ook dan wordt dezelfde kluunplaats gebruikt.

Je moet voorzichtig op de rubberen mat stappen omdat deze op het ijs kan bewegen en wegglijden. Bij het beklimmen van het dijkje zet je de schaatsen steeds overdwars neer. Je loopt met heup en schouder naar de dijk gericht. De speciaal geïnstalleerde vurenhouten leuning is geen overbodige hulp daarbij. Die heb je echt nodig om aan vast te houden. Als je over de dijk loopt, plaats je de schaatsen weer gewoon recht vooruit naast elkaar. Zoals je loopt.

Gerrit Eegdeman vond het leuk om in te zoomen op de vele passerende 'geschaatste' voeten. Een mevrouw blijft even stilstaan en komt pas weer in beweging wanneer ze in beeld genomen wordt. Ik weet niet of dit is afgesproken. Ze lijkt in ieder geval extra haar best te willen doen om soepel klunend over te steken. Als een bedreven toertochtschaatsenrijder. Maar haar ‘divaplan’ mislukt faliekant, ze komt (melo?)dramatisch ten val op de mat en wordt ook in die pose vastgelegd. Ik vind het een komisch beeld. De mevrouw had vast een heel andere rol voor zichzelf in gedachten. Zal ze nog geprobeerd hebben om de verspreiding van het fragment tegen te gaan? Bedenk dat de AVG-wet nog niet bestond toen. Dat was een geluk bij een ongeluk! Anders hadden we het moeten doen zonder het beeld van de val.

Foto’s