Een warm welkom bij de ijsclub van IJssellaan-Lageweg

22 maart 2021 - Lageweg, Nederland

Voor de volgende stempel schaatsten we onder Lageweg - IJssellaan langs. Op een splitsing van vaarten en sloten stond een heel eenvoudig tentje van IJsclub Ons Genoegen.  Mannen met dikke mutsen op het hoofd en dito handschoenen aan de handen trotseerden de kou van achter eenvoudige tafels. Ze zetten geduldige stempels op kaarten die opengevouwen voor hen werden neergelegd.

Voor een droogje en een natje moest je bij het eenvoudige hokje ernaast zijn. Een vrouw met zelf gebreide haarband en een onopvallende grijze winterjas lacht haar niet zo mooie tanden bloot als ze op de film de bekertjes warme chocolademelk door het schuifraam aan haar klanten geeft. Veel mensen zijn wat ongemakkelijk als ze gefilmd worden, zie ik. Tegenwoordig is men eraan gewend en maakt iedereen gelikte filmpjes. Toen niet.

Ook de kleding van de schaatsende deelnemers valt me op. Men droeg nog maar sporadisch vlotte strakke schaatskleding maar veelal eenvoudige wijd vallende trainingspakken of gewone lange broeken met dikke winterjassen of dikke wollen truien erboven. Op de hoofden een degelijke warme wintermuts. De echte toerrijders onderscheidden zich met skibrillen, bivakmutsen en kniebeschermers onder de schaatsbroeken. Het zijn doorgewinterde rijders.

Het dorp Lageweg en buurtschap IJssellaan die tegen elkaar aanliggen, deden we niet aan die dag. Ik wist van hun bestaan ook niet af totdat ik in 2017 het clubgebouw van IJsclub Ons Genoegen aandeed als deelnemer van de 9 Dorpen Fietstoertocht. Toen pas maakte ik kennis met de gezellige ijsclub. Het gebouwtje is als een soort buurthuis waarin door het jaar heen verschillende activiteiten worden georganiseerd.

In januari 2021 fiets ik vanaf Gouderak via de Kattendijk en IJsseldijk Noord naar genoemde ijsclub. Het is een koude en grijze dag. De zon laat zich niet zien. De ijsclub onderaan de dijk ligt er verlaten en gelaten bij. Het land waarop de ijsbaan gemaakt kan worden, staat de hele winter al onder water zodat er geen graadje nachtvorst ongebruikt verspild wordt. Het wacht geduldig af of het er deze winter nog van gaat komen. Wij weten inmiddels dat er in februari een prachtige winterweek aan gaat komen. Maar op die grauwe dag in januari weten we helaas nog van niets.

Ik rijd de dijk af naar het roestbruine toegangshek. Dat is natuurlijk gesloten. Rechts van het hek vind ik toch een kleine doorgang om bij het clubgebouw te komen. Ik zet mijn fiets op de standaard en vind een tochtig plekje links voor de keet, zoals ook deze ijsclub haar gebouw liefkozend noemt op de website. De wind waait zonder moeite om het gebouw heen. Het is een illusie om te denken dat ik een plekje in de luwte kan vinden. Dat is er gewoon niet. Met tegenzin trek ik mijn handschoenen uit om de vlees- en huzarenslaatjes onder de snelbinders vandaan te halen. Ze smaken me geweldig ondanks de afwezigheid van honger.  

Ik kijk naar de plas water voor mij. Het oppervlak toont rimpels van de gure straffe wind. Ik zie de palen waaraan lichten bevestigd kunnen worden. Het vormt eigenlijk maar een trieste aanblik. Grijze grauwe gribus gruwel is de alliteratie die spontaan bij me opkomt. Hoe anders was het in juni 2017 toen we hier nog zo hartelijk ontvangen werden op een zonovergoten zomerdag met veel gezelligheid. De geur van koek en zopie kwam ons tegemoet vanuit de kantine – ondanks de tropische hitte – en uit de speakers klonk gewoon muziek van dweilorkesten. Alsof het hartje winter was. Vrolijk en uitnodigend. Het vormde een ontzettend gezellig en warm welkom.

Ik ben één keer naar het Thialf Stadion in Heerenveen geweest omdat ik ook zo graag eens de carnavaleske sfeer van een Europees schaatskampioenschap wilde beleven die ik al zo vaak op tv had gezien. Het feest beperkte zich echter uitsluitend tot het vak waarvoor het dweilorkest zich ophield in de dweilpauze. Ze konden natuurlijk onmogelijk het hele schaatsstadion in een keer bereiken. Dat viel me erg tegen. We moesten het de hele dag doen met een half uurtje feestmuziek. Maar dat half uurtje was echt geweldig. Wat een gezelligheid en verbroedering. Met wildvreemden zong je de longen uit je lijf en boog je mee met feestnummers als ‘van voor naar achter van links naar rechts’.  

Op die junidag in Lageweg werd ook een klein schaatsfeestje gehouden. De muziek van dweilorkesten vermengd met de geur van broodjes knakworst en erwtensoep riep die sfeer als vanzelf op.

Op de derde zaterdag van juni 2019 hadden wij zelf een dweilorkest uitgenodigd bij onze ijsclub in Haastrecht op onze 135e verjaardag. Via het knalgele pontje dat met de hand over de Voorboezem heen en weer werd getrokken werden de bezoekers naar de overkant van het water gebracht. Op de klanken van het orkest kon bijna niemand stil blijven staan. Er werd wat afgedanst en heen en weer gedeind. Ik snap niet hoe het mogelijk is dat het een enkeling toch nog lukte om zelfs toen geen enkel vingerkootje te bewegen op het ritme van die vrolijke hoempamuziek.

Vandaag beweeg ik ook geen vingerkootje. Er is dan ook geen enkele reden toe. Ik gooi het lege drinkkarton en de lege saladebakjes in de prullenbak en trek maar wat graag mijn handschoenen weer aan. Ik betrap mezelf erop dat ik toch wat in beweging kom. Ik dans zowaar op mijn benen. Maar ditmaal is het helaas niet vanwege de leuke opzwepende klanken van een vrolijk dweilorkest maar is het een poging om de kou uit de stram wordende beenspieren te verdrijven. Ik loop de dijk op, spring op het zadel en ga in een hoog bewegingstempo terug naar de IJssel. Richting Ouderkerk. Ik hoop snel weer wat warmer te worden. Want ik barst van de kou. Grijze grauwe gribus gruwel.

Foto’s