Bescheiden ijsclub in Achterbroek

17 maart 2021 - Achterbroek, Nederland

Ik doe altijd wat voorwerk als ik een verhaal ga schrijven. Bij deze serie beperk ik dat tot het googelen van plaatsnaam en ijsclub. Voor andere series maakte ik ook gebruik van boeken, interviews, televisieprogramma’s en andere media. In deze serie staat de ‘eenvoud’ centraal. Geen getheoretiseer of diepgravend onderzoek. Nee, gewoon uitgaan van wat er al is. Wat zomaar voor het oprapen ligt. Noem het maar eenvoudig geluk. Ook in de winterpolder van de Krimpenerwaard vind je deze moeiteloos.

Kalm rijd ik de Beierscheweg uit. Het is koud en grijs. Het stilstaan bij ijsclubgebouwtjes helpt er natuurlijk niet aan mee om niet teveel afgekoeld te raken. Ik mis het dat ik nergens naar binnen kan om even op te warmen en wat gezelligheid te ervaren. Tijdens corona zijn warmte en gezelligheid een schaars goed. Dat weten we allemaal.

Aan het eind van ’t Beiersche buigt de weg scherp naar rechts. En na een paar honderd meter alweer scherp naar links. Achterbroek heet het dan. Ook een buurtschap. Met ook een prachtige naam. Dankzij WikipediA weet ik waar ‘broek’ in plaatsnamen vandaan komt. Een broek is een laaggelegen gebied dat nat blijft door kwel (opwellend grondwater) of is een langs een rivier of beek gelegen laag stuk land dat regelmatig overstroomt en 's winters vaak langere tijd onder water staat. Een broek kan variëren van een moerassig stuk veengrond tot uitgestrekte uiterwaarden (kleigrond).

Hier betreft het ongetwijfeld moerassige veengrond. Drassig land dus. De polders zijn op dit moment van het jaar overal heel drassig. Het is even geen pretje om er de hond uit te laten. Je keert altijd terug met een grote klomp bagger aan je schoenen. Na elke wandeling sta ik ze af te borstelen bij de buitenkraan.

Zoals gezegd fíets ik deze Negen Dorpentocht maar haal ik ook beelden op van die fijne winter van 1997 waarin ‘hij’ geschaatst kon worden. Want veel liever zou ik de route natuurlijk nog eens schaatsen. Sommigen denken dat dit nooit meer zo zal zijn. Ik denk zelf dat een koude uitschieter er nog altijd in kan zitten. Ik blijf gewoon hopen én dromen.

Ik heb het gebied ook al met de auto bezocht om inspiratie op te doen. Dan word je minder afgeleid door de koude en winterse omstandigheden. Op erven van boerderijen heerst vandaag nog wel enige bedrijvigheid. Er rijden vrachtwagens en trekkers door de buurt. Een enkeling laat de hond uit maar verder is er niet veel te zien. Op een van de rondes met de auto was ik al vroeg op pad gegaan. Ten tijde van de lente en nog voor corona. Toen geluk nog heel gewoon was. Zodoende trof ik drie kindertjes in de basisschoolleeftijd met de rugtas al op de rug. Ze waren klaar om door de schoolbus opgehaald te worden. Maar papa had hun hulp nog even nodig.

Pa liep achter de koeien aan met een grote tak om de achtersten aan te moedigen vooral de rest van de kudde goed te volgen. De kinderen werden gemaand om te zorgen dat de voorste koeien niet het erf van buren op zouden lopen maar naar het weiland vlak voor mijn neus zouden gaan waarvan het houten hek al was opengezet. Speels, springend en huppelend kweten de kinderen zich van hun taak. De koeien waren al net zo speels. Een heel vrolijke boel dus. Een prachtig gezicht was het. Terwijl de kinderen de eerste koeien de goede weg wezen, kwam de schoolbus aangereden. Ik zag ‘m stapvoets achter vader naderen. Je moet er in de polder altijd rekening mee houden dat er koeien ‘verkampt’ kunnen worden. En dan zul je gewoon even moeten wachten. Het is niet anders.

Vandaag staan er nog geen koeien in de wei. Zelfs geen schapen. Ik nader de kern Achterbroek, want ik zie de ijsclub hier als het middelpunt van de gemeenschap. De buurtschap heeft geen plaatsnaamborden, zodat je slechts aan de gelijknamige straatnaambordjes kunt zien dat je er bent aangekomen. Middenin de buurtschap ligt ‘Zon en Leven-naturistenterrein’ lees ik op internet. Omzoomd door houtwallen vind je er een oase van rust. Opmerkelijk in een zo protestant christelijke omgeving als deze. Ik ben niet van het blootlopen. Ik hou meer van dik aangekleed en natuurijs. Ik zoek het gebouwtje van de ijsclub maar google maps geeft een woonhuis aan. Waarschijnlijk van het secretariaat. Ik heb van onze ijsclub het adres van het clubgebouw ingesteld. Dat leek mij beter.

Er wandelt een jonge moeder met een wandelwagen en een peuter op een scootertje. Ik vraag haar waar ik de ijsclub kan vinden en krijg eigenlijk tot mijn verbazing helemaal geen vragende blik te zien. Ik moet inderdaad bij het mooie houten gebouwtje langs de Stolwijkervliet zijn. Ik vermoedde het al. Dat stond er lang geleden nog niet. Het is vrij nieuw. Ik moet een erf van een boerderij overgaan om er te kunnen komen. Ik fiets er rustig naartoe.

Ik kijk door de ramen naar binnen. De stoelen staan op de tafels en er ligt elektriciteitsbedrading bloot. Gereedschap ernaast op de grond. Men is er volop aan het werk. Maar niet op dit moment. Ik kan ongegeneerd rondscharrelen. Voor het clubhuis is een houten veranda aan de vliet. Een verdomd mooi plekje is het. De vliet ligt er rustig bij. Meerkoeten en eenden bezetten haar. Bij natuurijs is het hier gezellig druk en moeten de watervogels hun plekkie natuurlijk even afstaan. Dan heeft IJsclub ‘Nooitgedacht’ voorrang.

Als ik zoek naar de website van de ijsclub kom ik ontzettend veel ijsclubs ‘Nooitgedacht’ tegen. Het doet mij opeens nadenken over de naam. Waar ik haar eerder nog gewoon ter kennisgeving aannam. Het geeft aan dat men vroeger ook maar weinig hoop had op een strenge winter. En elke keer wanneer er wel een was, was men zeer verrast. Men had het nooit gedacht dat schaatsen op natuurijs nog een keer mogelijk zou zijn. Of misschien zaten ze zo ontzettend krap bij kas dat ze zelfs nooit gedacht hadden dat ze ooit een clubgebouw zouden kunnen realiseren. Het getuigd wat mij betreft van teveel valse bescheidenheid of te weinig overtuiging. Ik zou tegenstemmen als iemand deze naam zou voordragen voor een club. IJsclub Achterbroek had misschien niet erg origineel geweest maar wel veel krachtiger en overtuigder.

Ik denk dat ook hier het ijsclubgebouw voor activiteiten van de buurtschap wordt gebruikt. Zo ziet het er wel uit. Daarmee hoeft deze ijsclub wat mij betreft helemaal niet zo bescheiden te zijn en mag ze zich als centrum van de gemeenschap wanen. Zeker wanneer er geschaatst kan worden op de Stolwijkervliet. Dan staat het als een paal boven (bevroren) water.

Foto’s