Tijd voor Empathie

15 juni 2022 - Tull en Het Waal, Nederland

Het Tweede Amandement in de Grondwet van de Verenigde Staten verbiedt de overheid om het natuurrecht op het bezitten en dragen van wapens te schenden. De letterlijke tekst luidt “Aangezien een goed geregelde militie nodig is voor de veiligheid van een vrije staat, zal geen inbreuk worden gemaakt op het recht van het volk om wapens te bezitten en te dragen.“

In Amerika is het nog steeds heel gewoon om vanaf je achttiende jaar wapens te mogen bezitten. ‘Iedereen moet het recht hebben om zich te verdedigen’, vindt nog steeds een aanzienlijk deel van de Amerikaanse bevolking. In onze samenleving wordt daar heel anders over gedacht. Hier mag je geen wapens bezitten en mag je ook geen handelingen met wapens verrichten. Blijkbaar gaan wij uit van een heel ander mens- en wereldbeeld.

In de vroege en late Middeleeuwen reed men in veel landen waarschijnlijk links omdat men toen te paard ging en regelmatig tegen anderen vocht met de rechter voorkeurshand. Zoals nu de meeste mensen de rechterhand gebruiken om te schrijven. Je moest dus je rechterhand kunnen gebruiken om je te verdedigen tegen een eventuele aanvaller. Eeuwen eerder deden Romeinse soldaten al hetzelfde. Het dragen van een zwaard of ander steekwapen werd gewoon gevonden omdat conflicten heel vaak ontaardden in een gevecht op leven en dood.

Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak waren wij in het Westen zeer verontwaardigd. En terecht natuurlijk. Het viel me op dat hoge militairen en andere deskundigen stelden dat oorlog voeren niet meer van deze tijd is. Het was net alsof ze zeiden dat Poetin er maar ouderwetse ideeën en opvattingen op nahoudt, die door de moderne mens vanzelfsprekend veroordeeld worden. Want wij vinden dat onenigheid en conflicten niet meer met geweld moeten worden opgelost, maar door te praten, te onderhandelen en – als dat niet lukt – met het inschakelen van een rechter. Elkaar met een zwaard of revolver aanvallen is echt niet meer van deze tijd. (Foei!)

Natuurlijk is onze samenleving gebouwd op het vertrouwen dat de meeste mensen zich hieraan houden, waardoor het mogelijk is in vrijheid en veiligheid met elkaar te kunnen leven. Denen zijn al jarenlang de gelukkigste mensen op aarde en men vermoed dat dit komt door het ‘vertrouwen’ waarop de Deense samenleving is gebouwd. Men vertrouwt elkaar daar veel meer dan wij dat doen. Bij ons is er helaas meer wantrouwen in de maatschappij geslopen.

Te goed van vertrouwen zijn is niet handig. Daar kan gemakkelijk misbruik van worden gemaakt. Hoe goed je het ook bedoelt en hoe integer je ook bent, je zult er rekening mee moeten houden dat nu eenmaal niet iedereen te vertrouwen is. Je moet daar alert op blijven. In ons dorp waren vroeger nog veel huisdeuren van het slot op momenten dat de bewoner even niet thuis was. Het schijnt zelfs zo te zijn geweest dat er streken in het land waren waar helemaal geen slot op de deuren was gemaakt. De realiteit heeft ons allang ingehaald.

Wij ontbijten in de grote houten schuur waarin fietsers, wandelaars en andere bezoekers van het fruittelersbedrijf ontvangen kunnen worden om iets te komen eten, drinken of kopen. Het fruit-gerelateerde aanbod is groot. Een nichtje van de eigenaar werkt hier in weekends en vakanties. Ze serveert ons een heel gezond ontbijt.

Daarna doen we de tassen weer op de fietsen en lopen we de grote schuur met enorme veilingkisten uit om de fietsroute langs de Nieuwe Hollandse Waterlinie te vervolgen. Wij kunnen heel gewoon rechts op het dijkje langs de Linge gaan rijden. Wij hoeven al heel lang niet meer bedacht te zijn op gewapende conflicten met tegenliggers. Via het schilderachtige plaatsje Buren fietsen we naar de rivier. Bij Wijk bij Duurstede steken we opnieuw de Lek over.

We gaan door kleine plaatsjes als Cothen en Schalkwijk. We passeren eerst nog de forten ‘Werk aan de Groeneweg’ en ‘Lunet aan de Snel’ voordat we ‘Fort Honswijk’ aandoen. Twintig jaar geleden waren we hier nog met onze kinderen tijdens een gezinsfietsvakantie. De kinderen mochten helpen in een van de kelders en op een trekker spelen. Mijn vrouw en haar broer brachten hier nog een bezoek met mijn schoonvader in de laatste fase van zijn leven. Er liggen dierbare persoonlijke herinneringen hier. Die hebben helemaal niets met oorlog en geweld te maken. Het zijn juist vrede- en liefdevolle momenten.

In 2009 schreef Frans de Waal (bioloog, primatoloog en hoogleraar op de afdeling psychologie in de VS) al het boek met de titel ‘Een tijd voor empathie’, waarin hij vaststelt dat in politiek en bedrijfsleven hebzucht uit is en overvleugeld wordt door empathie. De ondertitel luidt: ‘wat de natuur ons leert over een betere samenleving’. Het thema is de afgelopen jaren alleen nog maar actueler geworden. Empathie mag veel meer in het licht gezet worden. In een tijdperk waarin populisten het niet kunnen nalaten om frustraties om te zetten in haat tegen iedereen die anders is. Want hadden we dat al niet eerder meegemaakt? En hadden wij daar dan niets van geleerd?

De politiek lijkt klaar voor een nieuw tijdperk waarin de nadruk op samenwerking, integratie en sociale verantwoordelijkheid ligt. Het wachten is op politiek leiders die dit ook inzien, en aan dat proces leiding kunnen gaan geven. Het gaat om wat een samenleving bijeenbrengt en wat het bestaan erbinnen de moeite waard maakt. Met Barack Obama leek het nieuwe tijdperk zijn aanvang te krijgen maar als we niet uitkijken, wordt populisten – je zag het met Donald Trump – de kans geboden om alsnog in het gat te springen dat is ontstaan. Dat mag niet nog een keer gebeuren. Dat heeft de Tweede Wereldoorlog ons toch geleerd? Is het niet?

Obama zei in een van zijn redevoeringen: “Ik denk dat we het meer over ons empathietekort moeten hebben. Je ontwikkelt je ware mogelijkheden pas als je je lot verbindt aan iets wat groter is dan jezelf.”  Volgens De Waal biedt de menselijke natuur hier een geweldige hulp bij.

Gek genoeg is de biologie juist heel vaak gebruikt om het egoïstische en agressieve gedrag in onze samenleving te verklaren en te rechtvaardigen. Maar we kunnen er net zo goed uit leren dat er een bindmiddel bestaat dat voor ons hetzelfde is als voor heel veel diersoorten, namelijk dat we afgestemd zijn op anderen en zorgen voor behoeftigen. Die empathie heeft een enorm lange evolutionaire geschiedenis.

Centraal in het werk van De Waal staat de vergelijking van het gedrag van apen met dat van mensen. De Waal stelde vast dat apen kunnen samenwerken, dat ze conflicten kunnen oplossen, zich met elkaar kunnen verzoenen na een ruzie en dat ze over empathie beschikken, dat wil zeggen het vermogen bezitten om met anderen te kunnen meevoelen en de situatie van een ander kunnen begrijpen. Het is natuurlijk gedrag dat óók in ons zit. Er is helemaal geen reden om aan te nemen dat uitoefening van ‘het recht van de sterkste’ voor een individu of een samenleving belangrijker is dan sociaal onbaatzuchtig gedrag.

De heersende opvatting is lange tijd geweest dat mensen zich altijd laten leiden door prikkels zoals beloningen om in actie te komen. Maar uit verschillende onderzoeken blijkt dat apen en enkele andere diersoorten ook dingen doen zonder dat ze daar direct iets mee verdienen of beter van worden. Er wordt aangetoond dat ‘altruïsme’ net als bij de mens een biologisch gegeven is. Het zit in onze natuur.

De Waal: “Empathie is een automatische capaciteit. Het valt niet te onderdrukken. Het zien van de situatie van iemand leidt tot emotionele activatie en vervolgens tot gericht helpen.” Hij noemt empathie een ‘kerncapaciteit’ die bij alle zoogdieren ingebakken is. Een basaal niveau is bij alle zoogdieren aanwezig. Wij houden in de regel de deur waar we net doorheen zijn gelopen nog even vast voor degene die na ons komt, houden een vreemd kind tegen dat op het verkeerde moment de straat op wil rennen en helpen een bejaarde met zware bagage.

Mensen zijn heel goed in dit ‘pro-sociale’ gedrag zolang ze in betrekkelijk comfortabele omstandigheden verkeren. Onder moeilijke – zeer stressvolle of levensbedreigende – omstandigheden maken we een andere afweging en worden we zelfzuchtiger, uit lijfsbehoud.

Wij mensen maken deel uit van een kleine, pientere elite die op een hoger mentaal niveau functioneert dan de grote meerderheid van de dieren. Deze elite heeft een superieur inzicht in hun situatie en kunnen levens van degenen die hen omringen nauwkeuriger op waarde schatten.

Maar wij mensen hebben twee kanten, een sociale en een zelfzuchtige. Verschillen in status en inkomen tolereren we, maar binnen zekere grenzen, en zo gauw die grenzen worden overschreden, kiezen we de kant van de underdog. We hebben een heel diep geworteld gevoel voor eerlijkheid die is ontstaan in een lange evolutiegeschiedenis. De mens vertoont de neiging om in een egalitaire of gelijkwaardige samenleving te willen leven. De ‘boel’ moet eerlijk verdeeld zijn. En als dat niet het geval is, worden we ontevreden, boos en komen we in opstand.

De politiek kan de mensen niet vertellen hoe ze moeten denken, maar ze kan wel een kader creëren. Je kunt een kader scheppen waarin competitie bovenaan staat, zoals in de VS de afgelopen veertig jaar gebeurde. Dan krijg je een situatie waarin mensen elkaar bij wijze van spreken de strot afsnijden. Politici kunnen daarentegen ook op dezelfde manier een coöperatief stelsel construeren door samenwerking te bevorderen. Wanneer je aanneemt dat mensen empathie en samenwerking ingebouwd hebben en dat dat sterk ontwikkelde menselijke capaciteiten zijn, dan kun je daar in het ontwerp van de maatschappij rekening mee houden. En veel conflicten en oorlogen voorkomen.

Onze opdracht lijkt me heel duidelijk! Wie pakt de handschoen op?

Foto’s