De mens als 'product'

1 juni 2022 - Wijk bij Duurstede, Nederland

“Het is nauwelijks mogelijk om een geschiedenis te schrijven over een tijdvak waar je zelf middenin zit, en over een wereld waaraan je volop deelneemt. Geschiedschrijving heeft afstand nodig, het laten verstrijken van tijd is immers nog altijd de beste manier om overzicht te scheppen.”

Dit schrijft Geert Mak in de proloog van zijn boek ‘Grote verwachtingen’. Het gaat over de geschiedenis van Europa in de periode van 1999 tot najaar 2019. Het is geen vrolijk verhaal, maar een beklemmend en gedetailleerd journalistiek verslag. Het plaatst de toestand van nu in een ander licht.

Je gaat snappen hoe een en ander heeft kunnen ontstaan in de context van omstandigheden en gebeurtenissen van toen. Ontwikkelingen ontvouwen zich in de tijd maar politiek en machthebbers hebben er een enorm grote invloed op. Wij als individuele burgers eigenlijk maar bar weinig. Dat kan moedeloos en apathisch maken. Tenzij we ons organiseren, dan telt onze mening wel degelijk.

Wij hebben Leerdam verlaten. We fietsen over de Lingedijk en slingeren door het dorpje Acquoy. We zijn ook Fort Asperen gepasseerd dat helaas gesloten is. Enkele jaren geleden hielden vrijwilligers nog een binnen- en buitenterras open waarop we genoten van koffie met gebak.

Fort Asperen maakte deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie die oostelijker kwam te liggen dan de Oude Hollandse Waterlinie. Want hierdoor kwam ook de stad Utrecht erbinnen te vallen. De linie is viermaal actief geweest: tijdens de Frans-Duitse Oorlog, in 1914-1918 (WO I), in 1939-1940 en 1944-1945 (WO II) en tenslotte ook nog een keer door de Duitsers in hun verdediging tegen de geallieerde opmars. Men had van dat alles bij de aanleg natuurlijk nog helemaal geen weet.

De linie liep van het eiland Pampus in de Zuiderzee tot aan de Biesbosch. Naast zesenveertig forten bestond ze uit vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem. Het grootse deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is behouden gebleven. Bijna alle forten zijn er nog. Sommige zijn in verval geraakt, andere zijn gerestaureerd. Een aantal wordt voor andere doeleinden gebruikt zoals, horeca of cultuur tot oefencentrum voor de Mobiele Eenheid.

Het is prachtig zonnig weer als wij over de Diefdijk richting Culemborg fietsen. De hittegolf houdt nog wel even aan. De dijk heeft nog steeds de functie om de gevolgen van een onbedoelde dijkdoorbraak te beperken. Rechts ervan zijn betonnen de bunkers bewaard die op minder dan honderd meter van elkaar liggen. Bunker 599 is doorgezaagd zodat je kunt zien hoe klein de binnenruimte was. Het is een van de ongeveer zevenhonderd bunkers die dienden als schuilplaats voor militairen.

In 2005 is de waterlinie aangewezen als Nationaal Landschap. In 2021 werd ze toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst. We kunnen er nu geschiedenis en natuur beleven als vermaak. Vanuit een gerieflijke positie. Van het leed dat geleden is, hebben wij nog nauwelijks weet.

In Oekraïne moe(s)ten machteloze burgers beschutting zoeken in schuilkelders. Onschuldige mensen zijn het slachtoffer van een bloedige strijd die door machtsmisbruik van meedogenloze mannen over hun hoofden wordt gevoerd. Velen moeten het met hun leven bekopen. Het is verschrikkelijk en te bizar om te kunnen bevatten. Kostbare levens worden in kille verliescijfers uitgedrukt. Maar achter die getallen gaat natuurlijk groot persoonlijk leed schuil. Vele oorlogstrauma’s zijn reeds ontstaan. Dat zal na de oorlog gaan blijken.

Geert Mak beschrijft in zijn boek de belangrijke momenten in de Europese geschiedenis. Vrijwel alle landen worden besproken, inclusief de landen die pas later tot de Europese Unie zijn toegetreden en landen die dat erg graag zouden willen. Elk land kent zijn eigen problemen, maar als je in West-Europa geboren bent, zou je eigenlijk niet mogen klagen. Dat moeten we ook niet doen, maar er zijn wel ontwikkelingen gaande die zelfs door Brussel zorgelijk worden genoemd. Nederland, aldus Brussel, zwelgt in de probleemdossiers. Je kunt het in het nieuws volgen. We zitten er nog middenin.

Vlak na WO II hadden bijna alle grote politieke debatten in Europa en Amerika een sterke morele insteek. De eensgezindheid was opvallend breed, ook onder economische plannenmakers, en zeker onder de pioniers van de Europese eenheid. Iedereen geloofde in de staat. Het naoorlogse kapitalisme werd gered dankzij een fikse dosis socialisme.

Het zachte kapitalisme was kenmerkend voor Europa in die tijd. De economische groei zou voor een groot deel terecht komen bij degenen die dat het hardst nodig hadden. Maar een halve eeuw later was de mentaliteit compleet omgeslagen. Na de oliecrisis van de jaren 70 kregen veel westerse landen te maken met geringe groei in combinatie met inflatie en dat maakte de weg vrij voor een nieuwe economische oriëntatie. Het neoliberalisme.

Het neoliberalisme ging uit van het idee dat competitie een allesoverheersend element van de menselijke natuur is. En die moest via vrije markten en vrije concurrentie alle ruimte krijgen. De natuurlijke competitie hoorde de wereld te regeren. Het was gebaseerd op het idealistische beeld van het kapitalisme en de menselijke natuur. Individuen zouden altijd rationele keuzes maken en markten zouden altijd perfect functioneren. Het neoliberalisme zette vanaf de jaren 80 overal in de VS en Europa de toon met liberalisering, deregulering en privatisering.

Er kwam een eind aan de sturing van de overheid. Post en spoorwegen werden geprivatiseerd, scholen en ziekenhuizen werden gecommercialiseerd, publieke huisvesting werd handelswaar en bankiers kregen vrij baan. De sociale markteconomie was via een kapitalistische markteconomie een neoliberaal en hyper-geglobaliseerd systeem geworden. Alle mensen van de wereld met hun verschillende leefwerelden, culturen en economieën waren dichter bij elkaar gekomen.

Van ongeveer 1980 tot 2010 werd de kwaliteit van bestaan voor veel mensen aanmerkelijk verbeterd. De daling van de armoede op wereldniveau was spectaculair. Logge overheden waren weer bij de tijd gebracht. Het was een noodzakelijke correctie geweest maar ze sloeg door.

Politici overal in Europa richtten zich steeds meer naar de wensen van de financiële markten in plaats van de behoeften van mens, dier en natuurlijke omgeving. Niet langer stonden de belangen van hen voorop, maar ging het vooral om politiek machtsbehoud. De politiek en het bestuur raakten de voeling met wat er leefde in hun land kwijt. De problemen gingen zich opstapelen.

Iedere burger moest zich gaan gedragen als een homo economicus. Men ging spreken van de onderwijsmarkt, de zorgmarkt, de kunstmarkt en dergelijke. Het was een economisering van alles en iedereen. Samenlevingen werden verpulverd om ze open te breken voor de natuurlijke competitie en de vrije markt. Huizenprijzen zijn onbetaalbaar geworden, de sociale huursector is uitgedund, het onderwijs en de zorg verschraalden enorm. Veel openbare diensten werden uitbesteed aan particuliere bedrijven.

Patiënt, verpleegkundigen en arts stonden niet meer centraal, maar geldstromen en efficiency. Publieke waarden vervaagden. Alle initiatieven die niet goed te meten waren als in een bedrijf, werden gewantrouwd. Een bejaardenverzorger kreeg te maken met een nieuwe manager die oude mensen die aan haar toevertrouwd waren, aanduidde met ‘product’. Zelfs op terreinen waar geen marktwerking bestond, probeerden neoliberale managers het marktmodel te imiteren. Er is ontzettend veel kapot gemaakt daardoor.

Iedereen moe(s)t met cijfers bewijzen wat ze waard waren/zijn en hadden/hebben gepresteerd, zelfs de jongste leerlingen van de basisschool en peuters op voorscholen. Er zijn veel goede mensen beschadigd en afgehaakt. Kijkcijfers bepalen het beleid van omroepen. Politici richten zich naar populariteitspeilingen. Wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners moeten iedere vijf minuten registreren wat ze gedaan hebben zodat de managers overzicht behouden. De menselijke maat is verdwenen. In een dergelijke maatschappij is het logisch dat mensen zich verweesd voelen.

We komen in het plaatsje Beusichem aan. Bij ’t Veerhuys moeten we wachten op de veerpont over de Lek. De veerbaas zegt ons dat we alleen met contant geld kunnen betalen. Op het terras van ’t Veerhuys kopen we een ijsje zodat we het wisselgeld kunnen gebruiken voor de oversteek. Naast het terras is een jonge gozer aan het sleutelen aan zijn motor. Zijn vriendin geeft stukken toiletpapier aan waarmee hij zijn handen wat probeert schoon te maken.

Ze zijn in zwarte motorkleding gekleed. De jasjes zijn even uitgedaan in de onverdraaglijke hitte. Daardoor worden de stoere tatoeages zichtbaar. Beiden zijn ook nog rijkelijk versierd met sieraden om hals, aan vingers en in oren. We maken een kort praatje met hen. Het zijn jonge vrijbuiters die zich graag aan het doorgeschoten maatschappelijke management en de problemen die daar het gevolg van zijn, onttrekken op hun motor. Daarop voelen zij zich vrij.

De veerpont legt aan. Wij stappen op onze ongemotoriseerde fietsen en wensen hen succes met de reparatie. Zij wensen ons een fijne fietstocht. Op onze eigen wijze geven wij invulling aan dezelfde wens om ons lekker vrij te voelen. We gaan naar de viswinkel in het centrum van Wijk bij Duurstede. Daarna zakken we vanaf daar opnieuw af langs de Linge naar ons volgende overnachtingsadres op een groot fruitbedrijf in de Betuwe.

Foto’s