Klooster van Dalfsen

14 januari 2022 - Dalfsen, Nederland

Bij knooppunt elf verlaten wij de Hanzeroute en het fietspad langs de IJssel richting Laag Zuthen en Wijthmen. De rivier buigt bij Zwolle linksaf naar Kampen en IJsselmuiden. Wij gaan haar later weer zien.

Door het Overijsselse land fietsen we naar Dalfsen. De woonplaats van Erben Wennemars, voormalig langebaanschaatser. Een sprinter die twee bronzen medailles haalde op de Olympische Spelen van Turijn in 2006. De jaren ervoor werd hij tweemaal wereldkampioen op de sprint. Niet ver van zijn woonhuis moeten wij zijn. Daar staat Klooster Dalfsen. Het klooster van de zusters van het Heilige Hart werd gebouwd in 1927 en sloot haar deuren in 1966. Daarna stond het ontzettend lang te verpauperen.

Een broer, zus en zwager konden het niet langer aanzien en besloten het oude kloosterpand te kopen en op te laten knappen. Het doet nu dienst als monumentale B&B. Maar ook zoeken veel mensen dit voormalige klooster op om rust te ervaren en stil te kunnen worden. Want dat roept het gebouw nog steeds op.

Gastvrouw Carlijn schrijft op een blog over bijzondere ontmoetingen. Maar in haar eerste blog schrijft ze over het gebouw. ”Bij de start van het Klooster kozen we voor een rustige en vrij sobere inrichting van de Kapel met hierbij de glas-in-lood ramen als troef. De door ons ingelegde houten vloer, afkomstig van het dakbeschot van de oude katholieke lagere school De Smidshof, waar de zusters aan verbonden waren, maakte het af. Er is geprobeerd de sfeer zo veel mogelijk in ere te laten, zoals die waarschijnlijk ook geweest is.”

Wij worden hartelijk ontvangen en krijgen een rondleiding van de broer van Carlijn. Hij laat ons de authentieke ruimten en inrichting zien. We vinden het geweldig. Het is echt aan ons besteed. Onze eigen sobere slaapkamer is op zolder, onder het schuine dak. Een prima plek voor ons. Met een heel ruime eigen badkamer. Dat wel. Die is namelijk heel modern en van alle gemakken voorzien.

Op weg hiernaartoe hebben we geappt aan onze zwager dat we een kaarsje aan zullen gaan steken. Zijn moeder is enkele dagen hiervoor overleden. En waar kun je dat beter doen dan in een omgeving als deze waarin de mystieke sfeer nog steeds aanwezig is.

Bij het aansteken van het kaarsje staan wij stil bij de vrolijke lieve vrouw die zij in onze ervaring en herinnering is. Wij maakten haar mee op verjaardagen. Voor mijn zwager is het verlies ingrijpend. Dat weten we. Wij hebben ook allebei een ouder verloren.

Op witte deuren zijn bordjes vastgemaakt met in sierlijke letters de naam van de bestemming die erachter ligt. Zo zien we naast de beeltenis van Jezus ‘sacristie’ op de deur staan. Dat is het vertrek waarin alles, wat bij de liturgische plechtigheden gebruikt wordt en niet in de kerk of op het altaar mag blijven, bewaard werd, inclusief de liturgische gewaden van de geestelijken.

Op een ander bordje staat ‘biechtstoel’. Erachter is een klein kamertje – ter grote van een bescheiden toilet – waarin de biecht werd afgenomen. Het biechten is vooral bekend als een rooms-katholieke praktijk. In de biecht vertel je een priester wat je verkeerd hebt gedaan. Hierna vergeeft de priester in de naam van Christus je zonden.

De biechtstoel kennen we vooral uit de verhalen van onze ouders en grootouders. Ze hoort nog altijd tot het interieur van de kerk maar wordt niet meer gebruikt als zodanig. Op weg naar Pasen word je in de katholieke kerk uitgenodigd om je hart en je leven door Jezus' Liefde te laten vernieuwen. Zijn leven door lijden en dood heen helpt gelovigen nieuwe wegen te gaan. Hij wijst hen de weg naar God die in de gebrokenheid van het mens-zijn steeds Zijn hand van vergeving en verzoening reikt.

Na de boeteviering is er gelegenheid om je persoonlijk aan Gods vergevende Liefde en barmhartigheid toe te vertrouwen in het sacrament van boete en verzoening (de biecht dus). Maar dit gebeurt niet meer in de biechtstoel.

De biecht – ook wel boetesacrament, sacrament van de vergeving of sacrament van boete en verzoening genoemd – is een van de zeven sacramenten van de katholieke kerk. In dit sacrament kan een gevolmachtigde priester, in Christus' naam zonden vergeven. Deze priesterlijke functie wordt biechtvader genoemd. De biecht is gebaseerd op de woorden die Jezus heeft gericht tot zijn apostelen op de dag van Zijn verrijzenis : 'Aan wie ge zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.' (Joh. 20, 23)

Toen ik nog regelmatige kerkbezoeker was, heb ik besloten om ook eens een boeteviering mee te gaan maken. Ik vond het te gemakkelijk om deze over te slaan omdat het mij een eigenaardig sacrament leek waarbij ik me niet kon voorstellen dat ik er iets aan zou kunnen beleven. Ik was nieuwsgierig en van mening dat ik daarover eigenlijk pas echt goed kon oordelen als ik het ervaren had.

Na de viering ging ik achterin de kerk in de korte rij staan – want de meeste kerkgangers verlieten snel de kerk – en stond ik nog eens inwendig te oefenen voor welke nalatigheid of foute daad ik vergeving wilde ontvangen. Ik had er serieus over nagedacht en wilde me er niet met een jantje-van-leiden vanaf maken. Ik stapte op de priester af en vertelde hem waarvan ik spijt had en waar ik vergeving voor vroeg. Nou ik kan je vertellen: het is echt helemaal niets voor mij, en dat weet ik nu ook uit eigen ervaring. Wat een ongemakkelijk moment was dat. Ik had overigens de indruk dat dit ook voor de pater gold.

Mijn schoonvader kreeg eind augustus 2018 het bericht dat hij ongeneeslijke asbestkanker had. Hij overleed iets meer dan twee maanden later. In de maanden voor zijn dood hebben we hem bijna dagelijks opgezocht en ondernamen we nog enkele mooie activiteiten die op zijn wensenlijstje stonden. We beseften natuurlijk constant dat we een fase van afscheid nemen doormaakten met elkaar. Het was geen man van veel woorden en dat moesten we ook helemaal niet vragen van hem en van onszelf. We waren vooral bij elkaar in samenzijn, samendoen en genieten van elkaars aanwezigheid. En dat was helemaal goed.

Ik las in die maanden het boek ‘Helpen bij verlies’ van Manu Keirse – Vlaams hoogleraar rouwverwerking – om te bepalen hoe ik afscheid wilde nemen van hem. Op de dag voor zijn overlijden gaf ik hem een mooie kaart met woorden van waardering die recht uit mijn hart kwamen. Ik moest daarna direct weg voor een intervisie-dag in Meppel. Dat was ook beter voor dat moment. Mijn dochter las de kaart aan hem voor in het bijzijn van haar oma en moeder. Via de tekst werden samen huilen en liefde delen losgemaakt. Een moment van diepe verbondenheid werd gevoeld.

Van Manu Keirse leerde ik dat je bij een naderend afscheid aan vier belangrijke dingen moet denken. Die kun je zeggen, schrijven of op een andere manier uiten of innerlijk weten. Ík schreef ze op de kaart en sprak ze uit in de kerk, dat was mijn manier.

“Aan mij had je niet een schoonzoon die vooral zijn handen liet spreken en op de voor jou vanzelfsprekende wijze in het leven stond. We ervoeren daardoor regelmatig wederzijds ongemak. Het was vast wennen voor je, ik stelde lastige vragen en deed vaak een beroep op je innerlijk. Lieve pa, Sorry voor alles waarin mis begrepen werd. Vergeven is alles waarin tekort geschoten werd; de verkeerde zaadjes die onbedoeld ook gezaaid werden. Dank voor alles wat je in je had, wat je betekend hebt, en wat je ons gaf. Je hebt geleefd zoals God je bedoeld heeft, een olijke lieverd die van mensen hield en plezier wilde geven. We houden van je.”

Vergeven gaat vaak vanzelf als je de ander kunt zien en accepteren in medemenselijkheid. Maar vergeven wordt heel moeilijk als we ons gekrenkt voelen of als ons iets (ernstigs) is aangedaan. En ook als wij daar zelf de dader van zijn en berouw zullen moeten tonen voordat wij om vergeving kunnen vragen.

Onlangs overleed Desmond Tutu. Hij was voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie, die er na de val van het apartheidsregime naar streefde om de verschillende bevolkingsgroepen in vrede met elkaar te kunnen gaan laten leven. Na de afschaffing van de apartheid werd ervoor gekozen om een weg van vergeving in te slaan. Desmond Tutu ging voorop.

Samen met zijn dochter Mpho Andrea Tutu schreef hij later ‘Het boek van vergeving: het viervoudig pad naar heling van onszelf en onze wereld’. Ik noem hier de eerste drie. Maar als ik hun woorden gebruik, klinken ze al snel te hoogdravend en lijkt het net alsof ik wil meeliften op hun wijsheid. Toch wil ik ontzettend graag iets van hun boodschap delen met jou. Omdat ik denk dat het je zal interesseren. Daarom citeer ik uit het boek met enkele fragmenten.

[…] Tijdens onze lange mars naar de vrijheid werd veel bloed vergoten. Toen onze leiders eindelijk werden vrijgelaten uit de gevangenis, bestond de vrees dat de overgang naar democratie één groot bloedbad zou worden, een orgie van wraak en vergelding. Maar wonderbaarlijk genoeg kozen we voor een andere toekomst. We kozen voor vergeving. Indertijd beseften we dat het vertellen van de waarheid en het helen van ons verleden de enige manier waren om ons land te redden van de vernietiging.

[…] Wanneer ik me uitzonderlijk beledigd, gekwetst of boos voel, helpt het om te denken aan onze gedeelde gekwetstheid. […] Het helpt ons ook om in gedachten te houden dat we allemaal deel uitmaken van een context die heel vaak bepalend is voor, of in ieder geval van grote invloed is op, onze daden en keuzes. Dat geldt niet als een excuus daarvoor, maar helpt ze simpelweg te verklaren. […] Wanneer we inzien op hoeveel manieren we op elkaar lijken en dat we onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, kunnen we empathie en mededogen ontwikkelen. Door empathie en mededogen te ontwikkelen, zijn we in staat voort te gaan in de richting van vergeving.

[…] In Zuid-Afrika is Ubuntu onze manier om vat te krijgen op de wereld. Het woord betekent letterlijk ‘menselijkheid’. Het is de filosofie en het geloof dat iemand alleen maar iemand is via andere mensen. Met andere woorden: we zijn alleen mens in relatie tot andere mensen. Onze menselijkheid is onderling verweven en elke scheur in het weefsel van onze verbondenheid moet gerepareerd worden opdat we allemaal heel worden. Deze onderlinge verbondenheid is de echte basis van wie we zijn.

We hebben allemaal een verhaal te vertellen over die keer dat we gekwetst werden. Wanneer we ons verhaal eenmaal verteld hebben – de technische details over wie, wanneer en waar, en over wat ons is aangedaan – moeten we de pijn benoemen. Het benoemen van de emotie is een manier om inzicht te krijgen in hoe dat wat ons is aangedaan ons heeft beïnvloed. Nadat we de feiten over wat er gebeurd is hebben verteld, moeten we de confrontatie aangaan met onze gevoelens. We zijn allemaal op een unieke manier gekwetst en wanneer we een stem geven aan deze pijn, beginnen we te helen. […] We voelen er misschien weinig voor om de waarheid van onze gevoelens onder ogen te zien, of de diepte van ons verdriet te peilen, maar het is de enige manier om te helen en verder te komen.

Dikwijls lijkt het gemakkelijker of veiliger om je gekwetstheid simpelweg te ontkennen, op te kroppen, weg te moffelen, net te doen alsof ze niet heeft plaatsgevonden of te rationaliseren door jezelf te vertellen dat er eigenlijk geen reden is om je te voelen zoals je je voelt. Maar gekwetstheid is gekwetstheid. Verlies is verlies. En pijn die wel gevoeld wordt, maar ontkend wordt, vindt altijd een manier om tot uiting te komen. Als ik mijn gekwetstheid hul in schaamte of stilzwijgen, begint ze van binnenuit te woekeren. […] We moeten allemaal bijzonder moed tonen en de kwetsuren benoemen die maken dat we ons schamen of die ons vernederen. […] De enige manier om deze gekwetstheid te helen, is een stem geven aan wat ons pijn doet. Alleen op die manier kunnen we voorkomen dat onze pijn en ons verlies zich in ons binnenste vastzetten. Alleen op die manier maken we kans op bevrijding.

[…] Na het vertellen van ons verhaal en het benoemen van onze pijn is de volgende stap het schenken van vergeving. Soms staan we al snel voor deze keuze en soms duurt het lang, maar het is een onvermijdelijke stap voorwaarts op het viervoudig pad. We kiezen voor vergeving omdat het de manier is om vrij te worden en niet vast te blijven zitten in de eindeloze kringloop van ons verhaal vertellen en onze pijn benoemen. Het is de manier waarop we van slachtoffer held worden.

[…] We zijn in staat te vergeven omdat we in staat zijn onze gedeelde menselijkheid te erkennen. We zijn in staat te erkennen dat we allemaal fragiele, kwetsbare, zwakke menselijke wezens zijn die in staat zijn tot onnadenkendheid en wreedheid.

[…] Het zijn zulke simpele woorden – ik vergeef je – maar het is vaak zo moeilijk om ze uit te spreken en zelfs nog moeilijker om ze ook echt te menen. Misschien denk je dat je al hebt geaccepteerd wat er gebeurd is en dat je de persoon die jou kwaad heeft berokkend al vergeven hebt. Dat is prachtig. Maar ik moet je in alle oprechtheid waarschuwen dat veel mensen, ook zeer spirituele mensen, proberen om met een grote sprong over hun lijden heen te stappen in hun zoektocht naar innerlijke vrede of om te voldoen aan wat ze naar hun idee zouden moeten doen. De vergevende woorden worden uitgesproken, maar de realiteit van de vergeving heeft zich nog niet geworteld in hun hart en hun leven.

[…] Een vlinder worstelt met de cocon die hem omsluit en juist door deze worsteling krijgt hij genoeg veerkracht om te overleven wanneer hij zich heeft bevrijd. Op dezelfde manier moeten jij en ik worstelen met onze boosheid, rouw en droefenis en tegen de pijn en het lijden aan duwen op onze weg naar vergeving. Wanneer we niet vergeven, groeit een deel van ons niet zoals zou moeten. Net als de vlinder moeten we sterker en veerkrachtiger worden om te transformeren. We kunnen niet star in een cocon blijven zitten.

In het Hindoeïsme wordt aangenomen dat alles wat we doen, denken of zeggen weer bij onszelf terugkomt. Karma gaat dan over zowel de daad als over het gevolg dat uit die daad voortkomt. Het kan ook wel worden gezien als een natuurlijk principe, een wet van "actie en reactie". Een goede daad heeft van nature goede gevolgen, slechte daden hebben van nature slechte gevolgen. En ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en de gevolgen ervan. Het is goed om je dat te realiseren. Het maakt wellicht dat we wat genuanceerder leven.

Mijn vrouw en ik gaan in de diepe stoelen bij het raam zitten en schenken onszelf een glas wijn in. Wat een fijne B&B is dit. Wat komen heden, verleden en toekomst hier mooi samen. Aan de balk bij de deur hangt een rozenkrans. Wij hebben er nooit een gehad en al helemaal niet gebruikt. Dat was van voor onze tijd. Voor vergeving zijn we al lang niet meer afhankelijk van biechtvaders, biechtstoelen en rozenhoedjes.

We kunnen ervoor kiezen om te vergeven. We kunnen er ook voor kiezen om berouw te tonen en om vergeving te vragen. In het belang van onszelf en onze wereld.

We zijn doodmoe. Het is tijd om te gaan slapen. Morgen fietsen we eerst naar Hanzestadje Hasselt. Het meest zuidelijke puntje van het Jabikspaad. Vandaar gaan we door naar Follega in Friesland. Welterusten, slaap lekker, tot morgenochtend!

Foto’s