Kracht en moed

29 maart 2022 - Wageningen, Nederland

De eigenaresse van de B&B serveert het ontbijt in het halletje op een mooi gedekte tafel. Via een raam hebben we zicht op de IJssel en haar uiterwaarden. Op de voorgrond grazen koeien die het enorm getroffen hebben met deze locatie.

De eigenaresse is weduwe. Na de dood van haar man heeft ze het boerenbedrijf niet willen opgeven. Ze verpacht de grond nu en geeft anderen de kans te ‘boeren’ op haar terrein. Zelf houdt ze nog jongvee want dat is minder arbeidsintensief en goed te combineren met de bescheiden B&B met twee kamers. De buren helpen haar erbij. De mevrouw geniet van de aanloop op haar erf en van de gesprekken met haar bezoekers. Op deze manier kan ze blijven wonen op de plek die haar zo lief is zonder te vereenzamen.

Als je met haar praat voel je het verdriet nog door de woorden heen klinken. Ze heeft haar leven weer opgepakt en maakt er het beste van, maar ze mist haar man enorm. We hebben bewondering voor haar kracht en instelling.

Het is vandaag een regenachtige dag. Er hangt lage bewolking waaruit vlak voor de start nog regen valt. De wegen zijn nat als we vertrekken. Maar de schoonheid van het gebied ontgaat ons niet. Dit is een wat minder toeristisch hoekje van Gelderland. Een onderschat stukje rivierenland. De Hoenwaard bestaat uit een smalle strook gras tussen IJssel en Veluwe dat deels natuurgebied is voor vogels en ander wild maar ook weiden heeft waarop koeien grazen.

Voor ons fietsen andere fietsvakantiegangers. Zij rijden in een lager tempo dan wij ondanks de batterijen die in hun fietsframe verwerkt zijn. We passeren hen al vlak voor Wapenveld en de entree naar het Wapenvelderzand, het Zwolse Bos en de Kamper Klippen. We gaan de Veluwe op en verwachten de hele dag door bos-, heide- en zandverstuivingsgebieden te gaan. We gaan de hele dag ‘onder’ in het grootste natuurgebied van ons land.

Bij knooppunt 87 stappen we al af om onze regenjassen uit te trekken. De zon breekt door, uitgerekend naast een stukje heidegebied dat ‘De Paraplu’ heet.

Een zeer groot deel van de Veluwe bestaat uit bos; zowel loofbos, gemengd bos als naaldbos. Maar er zijn ook grote zandverstuivingen en heidevelden. Door boskap in het verleden is er ook hier helaas geen oerbos bewaard gebleven. Dit gebied behoort wel tot één van de grootste natuurgebieden van Noordwest-Europa. Via ecologische verbindingszones kunnen dieren oversteken naar andere streken. Zelfs naar Duitsland. Het is de reden dat de wolf hier zijn herintrede heeft kunnen doen.

In het bosgebied van De Veluwe liggen slechts enkele dorpen. Op een oppervlakte van negenhonderdentwaalf vierkante kilometer wonen ongeveer veertienduizend mensen, zodat het gebied, met vijftien inwoners per vierkante kilometer, voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk dunbevolkt is. 

De Veluwe is ook een protestantse streek. Het noorden en westen van de Veluwe maken deel uit van de Bijbelgordel die zich uitstrekt van Zeeland tot in het noorden van Overijssel bij Staphorst.

De koffiepauze hebben we bij De Ossenstal. Al voor de Eerste Wereldoorlog was op deze locatie een ossenstal waarin ’s nachts de ossen gestald werden die overdag bij de ontginning van het bosgebied de ploegen en wagens moesten voorttrekken. Gaandeweg ontstond hier de mogelijkheid voor toeristen om even uit te rusten en iets te eten en drinken. Op een heideveldje naast het terras doet een man oefeningen met zijn hond. Het dier pakt een frisbee uit de lucht en klimt over mans bovenbenen en rug. Het ziet eruit als een circusact.

We gaan verder over heidevelden en zien in donkere wolken enorme regenbuien verzamelen. Door dichte bosgebieden die Vierhouten en Speuld omsluiten, ontspringen we de dans voorlopig nog even. Het water valt op andere plekken. Deze verraden zich door kletsnat asfalt of bomen die behoorlijk nadruppelen.

We zien midden op de dag geen wilde zwijnen, edelherten, vossen, dassen of wolven. De dieren kunnen zich geweldig goed schuilhouden voor mensen in dit uitgestrekte gebied. Ze komen pas tevoorschijn als de kust weer veilig is. De Veluwe leent zich uitstekend om zich weg te kunnen houden. Om zich terug te kunnen trekken buiten het zicht van anderen, en ongezien te zijn. Ook voor mensen kan dit gelden. Meestal is dit een heel natuurlijke behoefte om even de stilte van de natuur op te willen zoeken. Want in-de-natuur-zijn doet iets met ons welbevinden.

Maar terugtrekken in het ongeziene, de luwte of schaduw kan ook een heel andere betekenis hebben als ik denk aan het enorm dikke boek dat bij mij in de boekenkast staat. Tijdens de studie Psychosociaal Werk raakte ik geboeid door de inzichten van Carl Gustav Jung (juli 1875 – 6 juni 1961). Hij was een Zwitsers psychiater en psycholoog en de grondlegger van de analytische psychologie. De ‘schaduw’ betekent in de Jungiaanse Psychologie het deel van het onbewuste, bestaande uit verdrongen zwakheden, tekortkomingen en instincten.

Jung introduceerde het begrip ‘schaduw’ in de psychologie. Hij stelde dat alle mensen een schaduw in zich dragen. Hoe minder bewust het individu zich hiervan is, des te zwarter en dichter deze is. Het wordt door hem ook beschouwd als een verbinding met de primitieve dierlijke instincten die tijdens de vroege kinderjaren door de bewuste geest vervangen zijn. Want een beschaafd mens leert deze dierlijke neigingen immers te onderdrukken.

Onderdrukken van wat niet gewenst is, gaat ten koste van spontaniteit, creativiteit, gevoeligheid en inzicht. Zelfs als een mens denkt dat hij voorgoed heeft afgerekend met zijn 'slechte' elementen, kan dit slechts tijdelijk zijn. Ze hebben zich teruggetrokken in het onbewuste en kunnen opnieuw opduiken in perioden van crisis en druk uitoefenen op het Ik.

Als de gemeenschap de schaduw te nadrukkelijk verdringt kan dit volgens Jung rampzalige gevolgen hebben. Na de beestachtigheden van de Eerste Wereldoorlog stelde hij de christelijke leer verantwoordelijk voor al het bloedvergieten, doordat deze de schaduw volledig trachtte te verdringen. De schaduw kan echter verwoestend toeslaan door al het dierlijke in de mens zijn vrije gang te laten gaan als de omstandigheden dat toelaten.

Wij in het Westen hebben een verdedigend militair bondgenootschap opgericht met de NAVO. Wij zetten alleen wapens in ter verdediging. Dat is een heel goede en vredelievende houding. Deze heeft er immers voor gezorgd dat we al decennialang in vrede, vrijheid en veiligheid kunnen leven in onze regio. Oorlog leek zich nog uitsluitend buiten ons gebied voor te doen en niet meer in ons beschaafde westen. Maar daarmee hebben we het misschien wel in onze schaduw geplaatst en denken we dat het ons niet meer kan overkomen. Poetin heeft de ruimte gepakt die wij hem met deze houding boden. Hij denkt vanuit macht en kracht en voert oorlog als hij dat zelf nodig acht. Hij werd van autocraat een agressieve dictator.

Daria Kaleniuk is een Oekraïense maatschappelijke activist die rechten studeerde en de uitvoerend directeur is van het Anti-Corruption Action Center in Kiev . Tijdens de Russische invasie van Oekraïne kreeg ze internationale media-aandacht toen ze de Britse premier Boris Johnson op een persconferentie in Warschau confronteerde met indringende vragen. In een interview zegt ze dat alleen kracht en moed de Russen kunnen stoppen. Als de tegenstander zwakte toont dan slaat Poetin toe. Ik heb dit meer experts horen zeggen.

Steven Pont is ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut. Daarnaast is hij een veelgevraagd spreker, columnist en auteur van diverse boeken. In een column in de krant schrijft hij dat wij allemaal het begrip psychologische oorlogsvoering kennen. Oorlog zit in ons en sinds Hitler verslagen is beginnen we ongeveer elke tien maanden ergens op onze planeet een nieuwe oorlog. Hij stelt dat oorlogen beginnen vaak om dezelfde redenen is als dat mensen ruzie maken: hij noemt territoriumdrift, revolutie en wraak.

We pleiten onszelf graag vrij van agressie maar het zou ons volgens hem sieren als we ook eens naar onze eigen dagelijkse oorlogsverklaringen zouden kijken.

De lucht boven ons wordt bijna zwart. Als we in de straten van Garderen rijden, barst het los. Het begint ontzettend hard te regenen. We vluchtten onder het afdak van een winkel. Met ons doen veel mensen dat. Ook aan de andere kant van de straat en bij de supermarkt op de hoek van een splitsing. Er vormen zich grote luchtbellen op de straat. In luttele minuten is de straat tot aan de stoeprand gevuld met regenwater. De putten kunnen de afvoer niet aan. Het vormt een prachtig schouwspel.

Na de regenbui stappen we weer op de fiets. Via Kootwijkerzand, Noorderheide en de bossen bij Harskamp gaan we naar Otterlo. De banken en stoelen op het terras die net niet onder de parasols pasten, zijn nog nat. We kiezen een droge plek in de zon voor een lekkere lunch. Wat is het toch vanzelfsprekend om hier in vrijheid en zonder dreiging te kunnen genieten van dit natuurgebied. Op een terras met mensen die je kunt vertrouwen.

In de zaterdagbijlage werd Rutger Bregman gevraagd of hij nog in de titel van zijn boek geloofd: ‘De meeste mensen deugen’. Want als de titel van zijn internationale bestseller klopt, waarom zitten we dan in deze shit? Bregman zegt dat hij er deze weken vaak vragen over krijgt en er nog altijd voor de volle honderd procent in te geloven. In zijn boek beschrijft hij de moed van de Londenaren toen ze door Hitler bedreigd werden met aanhoudende bombardementen waarmee hij hen dacht te knakken. Maar de Britten waren veel moediger, sterker en meer eensgezind dan Hitler verwachtte.

Precies hetzelfde zien we in Oekraïne waar Poetin dacht over een volk heen te walsen. Ook daar zien we dat een diepe crisis het beste in mensen naar boven kan halen. En dat geeft hem hoop.

“Je boek indachtig komt het uiteindelijk goed, toch?”,  vraagt Eefje Oomen hem. Bregman begrijpt dat zijn boek dat gevoel kan oproepen en dat dat misschien ook wel het zwakste punt is. Dat het mensen in slaap sust, dat het allemaal wel goed komt. Als de geschiedenis iets leert, is het juist dat er in donkere tijden altijd mensen nodig zijn die niet achterover hangen, die de confrontatie zoeken, impopulaire dingen durven zeggen en doen.

Daria Kaleniuk zei dat alleen kracht en moed de Russen kunnen stoppen. Maar beide zijn in onze zachtmoedig vredelievende maatschappij een beetje naar de achtergrond verdreven. Ze zijn misschien zelfs wel in onze maatschappelijke schaduw terechtgekomen.

Op dit moment is het volgens de katholieke traditie Veertigdagentijd of Vastentijd. Het past wel in deze serie verhalen naar aanleiding van de Jabikspaad-route om een link te leggen met de huidige ontwikkelingen. De Veertigdagentijdtijd is namelijk een periode van vasten en bezinnen en begint voor katholieken na de drie dagen van Carnaval, op Aswoensdag en eindigt met Pasen.  

Misschien is het goed om ons te bezinnen op welke manier wij kracht op een positieve manier kunnen zien en inzetten. Want met kracht kunnen we namelijk dingen creëren, doen ontstaan, voor elkaar krijgen en scheppen.

Maar kracht uitoefenen wordt vaak in verband gebracht met macht en agressie. Woorden als narcisme, psychopathie, autoritair leiderschap, dominantie, onderdrukking, destructiviteit, zijn negatieve associaties met kracht.

Wat stellen wij tegenover negatieve krachten? Hoe bijten wij van ons af en hoe nemen we stelling als er dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen? Waar vinden wij de moed en kracht om ons ertegen te verzetten? Moed en kracht zijn deugden die ook in de katholieke traditie genoemd worden. Moed en kracht zijn eigenschappen van de deugd Fortitudo. Het is een van de Zeven Deugden die in de katholieke traditie bestaat. Het Franse woord ‘fort’ is ervan afgeleid en betekent ‘sterk’.

In de Goede Week voor Pasen worden veel Bijbelverhalen uit het Nieuwe Testament verteld die bij veel mensen bekend zijn. In een ervan wordt verteld hoe het leerling Petrus ontbreekt aan moed om te bekennen dat hij tot Jezus’ volgelingen behoort. Tijdens de gesprekken over zijn aanstaande dood trekt Jezus de trouw van zijn volgelingen in twijfel. De apostel Petrus zegt daarop dat hij Jezus altijd trouw zal zijn. Jezus antwoordt: "Ik zeg je, Petrus, deze nacht zal de haan niet kraaien voordat je driemaal geloochend hebt dat je mij kent."

Het gebrek aan moed is niemand van ons vreemd. Het is een schaduwkant in ons die we liever niet onder ogen willen zien. Maar vanuit dat eerlijke inzicht en de bewustwording maken we veel meer kans om moed te kunnen laten ontstaan.

Over ‘moed’ bestaat een misvatting. In het boek ‘Long Walk to Freedom’ zegt Nelson Mandela: “I have learned that courage was not the absence of fear, but the triumph over it. A brave man is not he who does not feel afraid, but he who conquers that fear” (Ik heb geleerd dat moed niet de afwezigheid van angst is, maar het overwinnen ervan. Een dapper man is niet hij die geen angst voelt, maar hij die zijn angst weet te overwinnen).

Via het Otterlose Bos, Planken Wambuis en Ginkelse Heide gaan we naar het meest zuidelijke puntje van de Veluwe. We hebben de hele dag door natuurgebied gefietst. Geweldig was dat. Nu naderen we Wageningen. De stad waar nuchtere wetenschap regeert. Daar waar onze dochter studeerde.

Foto’s