Betekenisvol

7 februari 2022 - Franeker, Nederland

Wij hebben de opkamer gekregen als slaapkamer. Ze ligt aan de voorzijde van de boerderij. Via het raam in een dakkapel hebben we zicht op het vlakke Friese land. Een grote trekker met aanhanger rijdt voor de boerderij langs. In de verte zien we snelweg A6 die over het zuidwestelijk deel van het Tjeukemeer loopt.

Na een lekkere douche stappen we nog niet in onze fietskleding. Dat doen we pas na het ontbijt. Wel pakken we alvast onze tassen in. Dan kunnen we straks snel vertrekken. Maar nu gaan we eerst naar het ontbijt in de half verzonken kelder die onder de opkamer ligt. We bereiken haar via een houten trappetje van slechts enkele treden. De deuropening is laag. We moeten bukken. Vroeger waren de mensen kleiner dan nu.

De gastvrouw verzorgt het ontbijt en laat een heel andere kant van zichzelf zien dan tijdens de wat koele ontvangst van gisteren. Ze is vriendelijk en geïnteresseerd. Ze vraagt of we koffie of thee willen en hoe we ons ei het liefst hebben. De ontbijtruimte is ingericht als een kajuit. Vooral leuk voor zeilers die hier logeren. Wij kiezen een van de tafels van waar je goed zicht hebt op de leuk bewaarde elementen van de oude boerderij. Er is veel zorg besteed aan de inrichting.

Even na ons komt een echtpaar het trappetje af gelopen. Ze groeten ons niet maar spreken zachtjes tegen de gastvrouw. Zodra ze aan de kajuittafel zijn gaan zitten, valt op dat ze liever op zichzelf zijn. Ze spreken bijna fluisterend tegen elkaar. Wij gaan als vanzelf ook wat zachter spreken omdat we anders woordelijk te verstaan zouden zijn. Niet dat we intieme zaken uitwisselen maar toch …

Een half uur later komen nog twee mensen het trappetje af. Zij spreken op verstaanbaar volume met de gastvrouw en groeten ook de rest van de aanwezigen. We wisselen wat informatie uit over onze reizen. Zij maken iedere dag een fietstocht met elektrische fietsen en keren steeds terug naar deze locatie om te overnachten. Wij vertellen van onze fietsroute en dat wij trekkers zijn. Daarna praten de man en vrouw met elkaar en doen wij hetzelfde. Af en toe wisselen we wat uit. Het ongemak van het eerste halve uur is weg.

De man en vrouw aan de kajuittafel blijven op zichzelf gericht en bemoeien zich niet met ons en de andere gasten. Zij verlaten als eersten de ontbijtkelder en groeten ook niet bij vertrek. We oordelen niet, ze zullen hun reden hebben om geen contact te maken. En dat mag. Maar we kunnen niet ontkennen dat het aanvankelijk ongemakkelijk was. Het is nu eenmaal gemakkelijker om je open te stellen voor contact als de ander daar ook toe bereid is.

In de eucharistieviering van de katholieke kerk wordt na het Onze Vader een begin gemaakt met hoe deelname aan de eucharistie kan uitwerken in mensen: dat ook zij vrede brengen, in het voetspoor van Jezus Christus. Elkaar de vrede wensen is dus de uitdrukking van de oprechte wil dat de eucharistie omvormt tot mensen van vrede. De priester leidt dat in met de tekst: “Heer, Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: ‘Vrede laat Ik u; Mijn vrede geef Ik u’, let niet op onze zonden maar op het geloof van uw kerk; vervul uw belofte; geef vrede in Uw naam en maak ons één. Gij, die leeft in eeuwigheid. Amen.

De vrede des Heren zij altijd met u.
En met uw geest.
Wenst elkaar de vrede.”

Het is de bedoeling dat je elkaar daarna een hand geeft en zegt: “de vrede van Christus”. Ik weet nog dat het wat ongemakkelijk was toen het werd ingevoerd. Maar ik ging het al snel een bijzonder moment vinden omdat het een uiting was van persoonlijk contact. Rangen en standen vallen weg. Je bent je bewust van het gezamenlijk mens zijn. Je kijkt elkaar even recht aan. Je moet even uit de eigen cocon komen. Ongeacht wie er naast, voor, of achter je staat. Je geeft idereen de hand.

We kiezen graag uit met wie we om willen gaan. Goed contact onderhouden met die groep mensen is meestal geen beproeving. Je vrienden of goede collega’s het beste wensen is dan een vanzelfsprekendheid. Maar om mensen buiten de eigen sociale kring iets goeds te wensen, doet iets heel anders met je.

Een studieochtend op de Hindoeschool waar ik werkte, maakte diepe indruk op mij. Er was een pandit uitgenodigd. Pandit wordt vaak vertaald als "wijze" of "filosoof". Hij vertelde over de levensfasen in een mensenleven. Hij beschreef hoe je als mens eerst nog op jezelf, een eventuele partner, eventuele kinderen en mensen in je eigen sociale kring gericht bent. Maar dat je in de fase daarna meer gericht raakt op jouw betekenis voor de wereld. Bij de meeste mensen ontstaat dan de wens om dienstbaar te kunnen zijn aan de wereld.

De Engelsman Jay Shetty vertrok op zijn tweeëntwintigste naar India om daar drie jaar als hindoeïstisch monnik te leven. Sindsdien is hij op een missie om zijn spirituele inzichten op een toegankelijke manier te delen. In de inleiding van zijn boek 'Denk als een monnik' schrijft hij: “Nog indrukwekkender is dat monnikenwijsheid grotendeels ondersteund wordt door de moderne wetenschap, zoals we in dit boek zullen zien. Monniken geloven al duizenden jaren dat meditatie en mindfulness gezond zijn, dat dankbaarheid goed voor je is, dat dienstbaarheid aan de wereld om je heen gelukkiger maakt ...”

Het laatste hoofdstuk van zijn boek gaat over dienstbaarheid. Jay schrijft dat zijn complete monnikenervaring kernachtig gezegd, bestaat uit drie fases van transformatie. Stap één is dat we als mens leren om uiterlijkheden en het ego steeds meer los te laten. Stap twee is dat we onze waarde gaan inzien en dat we leren dat we niets hoeven te bezitten om te kunnen bijdragen. En in stap drie gaat het om het besef dat we willen streven naar een hoger niveau van dienstbaarheid.

Dienstbaarheid is ook een christelijke grondhouding. Het is een van de vier basistaken van de katholieke kerk die niet los van elkaar staan maar een totaalpakket zijn: gemeenschap vormen, het Evangelie verkondigen, de liturgie vieren en dienstbaarheid betonen (diakonia). Kerk zijn ben je niet ieder voor zich, maar in liefdevolle verbondenheid met God en met elkaar. Gemeenschap vormen is met andere woorden alleen maar mogelijk wanneer niet het eigen individu voorop staat, maar wanneer we liefdevol en dienstbaar omzien naar elkaar.

Bij veel mensen leeft het idee dat men vreugde en geluk enkel kan vinden in zelfrealisatie. In de behoeftenpyramide van Maslov die tegenwoordig via media bij veel mensen bekend is geraakt, is dit immers de hoogst haalbare trede. De mens is dan vooral onderweg voor zichzelf en probeert het eigen bestaan te realiseren door persoonlijke doelen waar te maken, een succesvolle carrière op te bouwen, veel geld en aanzien te verwerven, enzovoort.

Dienstbaarheid staat hier haaks op. Het betekent dat men niet in de eerste plaats aan zichzelf denkt, maar de ander centraal stelt. Deze grondhouding spreekt ook veel mensen aan. Heel wat mensen vinden het uiteindelijk belangrijk dat zij in hun werk een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren.

Maar dit kan ook op andere manieren. Sommige mensen zijn als vrijwilliger werkzaam bij goede doelen en organisaties, of dragen tijdens vakantiewerk zorg voor armen, zieken en bejaarden. Anderen zetten zich in bij de jeugdbeweging, waar zij kinderen en andere jongeren iedere week een leuke namiddag bezorgen.

Maar ook bijdragen in het huishouden of het op bezoek gaan bij de eigen (groot)ouders zijn vormen van dienstbaarheid. Men stelt zich graag ten dienste van de ander zonder hiervoor persoonlijk voordeel of een tegenprestatie te verwachten. Er is een groeiende groep jongeren die zijn verantwoordelijkheid wil nemen en een rol wil spelen/bijdragen aan een respectvolle samenleving. Ongeacht hun religie, overtuigingen of wie ze zijn, willen ze verbinding brengen en bijdragen aan een betere wereld.

Maar een houding van dienstbaarheid is helemaal geen gemakkelijke opgave. Van nature zijn we immers in de eerste plaats op onszelf gericht. Als mensen proberen we vooral onszelf in stand te houden en onze eigen dromen en idealen zo maximaal mogelijk te ontplooien. Dat beeld wordt ons via (sociale) media en onze sociale omgeving voorgehouden. En dat schuurt.

De Vlaamse psychiater Dirk De Wachter vindt dat de huidige samenleving is doorgeslagen in ‘ikkigheid’, waarbij vooral autonomie en het eigen succes centraal staan. Veel jongeren denken bij hun studie- of beroepskeuze niet zelden in termen van prestige, status, rijkdom en persoonlijk geluk. Hij pleit daarom voor verbondenheid tussen mensen en zorg voor elkaar.

Paus Franciscus staat een dienende Katholieke kerk voor die niet zichzelf zoekt, maar zich ten dienste stelt (van God en) van de wereld. Op die manier wordt ieder van ons geroepen om in de eigen concrete situatie goed te onderscheiden hoe men dienstbaarheid als grondhouding gestalte kan geven.

Dienstbaarheid is geen zaak van hindoes en christenen alleen. Ieder mens wordt geroepen om in het eigen leven niet zozeer zichzelf en het eigen voordeel te zoeken, maar vreugde en geluk te vinden in het dienen van anderen. Zonder zichzelf te vergeten of te klein op te stellen. Want anders geef je jezelf leeg en volgt geen innerlijke voldoening.

We hebben onze fietskleding aangetrokken. We bedanken de gastvrouw en gaan naar de schuur waarin onze fietsen staan. Ik pak het handfietspompje uit mijn tas met fietsmaterialen en breng de banden op spanning. De meneer die met ons aan het ontbijt zat, komt ook aangelopen en zegt dat hij een elektrisch pompje heeft dat ik mag gebruiken. “Dat gaat veel gemakkelijker”. Alhoewel het aanlokkelijk klinkt, sla ik zijn vriendelijke aanbod af. Ik zie fysieke inspanningen als een gezond gebruik van de spieren.

Grappig is dat, iemands hulp afslaan is ook niet altijd gemakkelijk. Ik zie de teleurstelling op mans gezicht. Hij had graag even geholpen.

We springen in het zadel. Op naar de koffie met gebak in Franeker.

Foto’s