Weemoed (slot)

18 april 2022 - Haastrecht, Nederland

We fietsen onder de A12 door richting Driebruggen, Laageind op. We kunnen rechtdoor via Hekendorp naar huis gaan of straks rechtsaf slaan en via het Reeuwijkse Plassengebied thuiskomen. We kiezen voor dat laatste omdat het meer vakantiesfeer heeft. Je ziet er veel wandelaars, fietsers en zeilers. Het is er erg mooi.

In Driebruggen net voorbij dorpshuis Custwijc gaan we het Wierickepad op. Daar is het al vrij druk met wandelaars en fietsers. Voor ons zien we de lage brug over de Achterwetering en daar weer vlak achter de hoge over de Enkele Wiericke opdoemen. Naast Uitkijktoren Wierickewachter stonden eerst drie grote populieren die een probleem opleverden voor de stabiliteit van de dijk. De bomen zijn daarom weggehaald, maar de stammen zijn blijven staan en dienen als 'sokkel' voor vier houten natuurgetrouwe aalscholvers.

Achter het dijkje langs de Wiericke is een klein recreatieveldje met picknicktafels. Een ervan is nog niet bezet. Daar gaan we onze allerlaatste koffiepauze van deze fietsvakantie houden. We gaan met onze rug naar de weilanden zitten zodat we in de richting van dijk en uitkijktoren kijken. Een volgende donkere lucht kondigt alweer een nieuwe regenbui aan. Maar omdat de zon achter ons staat, is de dreigende lucht nog prachtig donkerblauw. Het zonlicht valt op mensen die over de dijk heen komen lopen of fietsen. Steeds zie je nieuwe kruinen boven de dijk verschijnen.

De beelden van de aalscholver passen hier nu uitstekend. Enkele decennia geleden kwamen de vogels hier nog helemaal niet voor. Tegenwoordig horen ze bij onze polder en staan ze zich vaak met gespreide vleugels te drogen op de houten palen in de Hollandse IJssel. Nabij Passionistenklooster Sint Gabriël. Als je de dijk langs de Wiericke vanaf hier te voet zou volgen – langs de wipmolen af en over de spoorweg heen – dan kom je er vlakbij uit. Vanaf de Steinsedijk kun je haar aan de overkant van de rivier zien liggen.

Op maandagavonden in maart liep ik langs klooster en kerk en hoorde ik het dames- en herenkoor oefenen voor de laatste vieringen van de Goede Week. Ik heb gehoord dat niet alleen het Passionistenklooster gaat sluiten maar ook de belendende Sint Gabriëlkerk. Alhoewel ik al enige tijd geen vaste kerkbezoeker meer ben, stemt dat mij weemoedig. Want het kondigt het einde van een tijdperk aan. Klooster én kerk Sint Gabriël zijn een begrip in de regio en zullen een enorm gat in de kleine dorpsgemeenschap achterlaten.

Afgelopen Goede Vrijdag zijn mijn vrouw en ik naar de Kruisweg in onze eigen kerk gegaan. In veel Katholieke Kerken wordt op Goede Vrijdag om drie uur ’s middags de lijdensweg  van Jezus herdacht. Dan wordt bij de veertien staties stilgestaan.

Ik ga niet meer naar de kerk maar toch blijft de Goede Week voor Pasen nog altijd stevig aan mij trekken. Vooral op Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Want die staan bol van riten, mystiek, symboliek en mooie verhalen. Iets in mij verzet zich ertegen om het helemaal los te laten. Dat wil ik gewoon niet.

We schoven aan in de bank bij mijn schoonmoeder. Om ons heen zaten verspreid in de kerk nog vier andere mannen en hooguit twintig vrouwen die je allen senior mag noemen. Achter ons zat een ander koorlid waar mijn schoonmoeder vooraf nog enthousiast mee in gesprek was.

De ‘nieuwe’ pastoor sprak bij elke statie de bijbehorende teksten uit en drie acolieten begeleidden hem met kaarsen in lantaarns en het kruis op een lange staf. Ruim een decennium terug liepen er nog misdienaars mee met een lantaarn. Onze beide zoons hebben die rol ook nog met verve vervuld. Er zijn nu geen misdienaars meer.

Op de Paaswake tegen middernacht van Stille Zaterdag moest het dames- en herenkoor – waar mijn vrouw en schoonmoeder lid van zijn – zingen in de kerk van Schoonhoven. Bij gebrek aan priesters moet de pastoor voorganger zijn in meerdere parochies. Hij moet zijn aandacht verdelen volgens een strak rooster. Het aantal missen per kerk is nog verder afgenomen.

De naam Stille Zaterdag verwijst naar het feit dat op die dag geen klokken luiden tot aan de paaswake. In de late avond wordt het Licht – met kaarsen – feestelijk de kerk binnengedragen en bejubeld. Het staat symbool voor de opstanding, nieuw leven en even verderop in de viering ook nog voor de vernieuwing van de doopbelofte. De viering is er in in de katholieke traditie een waarin een groot aantal symbolen en riten met elkaar gecombineerd wordt.

De bezoekers verzamelden zich buiten de kerk. In een vuurschaal  werd de nieuwe Paaskaars ontstoken als teken van het begin van een nieuw kerkelijk jaar. Wij kregen een kleine doopkaars uitgereikt waarmee we het licht onder elkaar konden verspreiden. Toen iedereen de kaars had branden, gingen we de donkere kerk binnen. Dit was toch weer een bijzonder indrukwekkend moment. Jammer dat van twee voorheen zo bloeiende parochies nog maar zo weinig mensen aanwezig waren. Enkele jaren geleden vierden we dit mooie feest nog met een volle kerk in Haastrecht. Dat was natuurlijk een veel indrukwekkender beleving.

Na de Wake wensten we elkaar een ‘zalig’ Pasen. Daarna ging de stoet Haastrechtenaren weer door de nachtelijke Vlisterbuurt naar huis. Zulke verbindende momenten blijven enorme indruk op me maken.

Wanneer je de huidige bezoekersaantallen van kerkelijke vieringen in ogenschouw neemt, dan kun je niet anders dan concluderen dat de leegloop nog niet ten einde is. Je snapt dan ook wel dat het onmogelijk is om alle kerken nog langer open te houden. Het is eenvoudigweg niet meer te bekostigen. Zoals gezegd, stemt dat weemoedig. Het is het einde van een tijdperk. Het is voor mij een pittige confrontatie met de vergankelijkheid.

Wij zijn getrouwd in de Haastrechtse kerk en lieten er onze kinderen dopen. Zij deden er hun Eerste Heilige Communie en Heilig Vormsel. We hebben er katholieke uitvaarten beleefd en missen voor overleden familieleden bijgewoond. Het zijn heel intieme herinneringen die je samen hebt kunnen beleven.

Tweeëntwintig jaar geleden overleed cabaretier Toon Hermans. Een mis in zijn geboorteplaats Sittard was de aftrap voor ’Toon 2010’, een herdenkingsjaar vol culturele activiteit. „Hij was het Toonbeeld van de zoekende gelovige.”

Jolanda Breur schreef op 26 april 2010 in dagblad Trouw:

Toon Hermans moest niets hebben van staf en mijter, aldus pater en vriend van de gevierde cabaretier, Gerard Oostvogel (82). „God stond voor hem niet gelijk aan de kerk.” Toch was de katholieke Hermans voor hem ’letterlijk het Toonbeeld voor de eigentijdse gelovige. Zoekend’.

De conferencier uit Sittard woonde de laatste tien jaar van zijn leven in Bosch en Duin en bezocht regelmatig de mis bij de pater in het nabije Bilthoven. „Voordat ik begon liep hij vaak minutenlang heen en weer, naar buiten en weer terug. Hij twijfelde over wat hij kwam doen.”

Oostvogel refereert aan een gevleugelde uitspraak van Hermans: Ik weet niet veel. „Hij was meer een filosoof, altijd verwonderd over de kleinste dingen. Dat maakt zijn liedjes en gedichten zo tijdloos. Zelfs op zijn sterfbed verwonderde hij zich nog over het mysterie van zijn definitieve vertrek.”

Toon Hermans overleed op 22 april 2000 op 83-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval. Voor de Stichting Toon Hermans reden om tien jaar na dato ’Toon 2010’ uit te roepen. Gisteren was de aftrap in de Grote Kerk in Sittard. Bisschop Wiertz van Roermond leidde een herdenkingsmis waarin ook werk van Hermans werd voorgedragen, onder meer door Oostvogel.

Volgens de pater, die ’heel wat afgepraat’ heeft met Hermans en hem de ziekenzalving gaf, waren de conferencier en zijn werk niet zo oppervlakkig als ze leken. „Hij las Kierkegaard, Pascal en Augustinus. Dat ballonnetje dansend in de wind aan een draadje, stond voor het leven dat we allemaal ooit eens moeten loslaten.”

Humor, Hermans handelsmerk, en geloof gaan samen, meent Oostvogel. „Daarmee liep hij om het kerkelijk dogma heen. Zonder humor verval je al snel in fundamentalisme.” Hermans was geen katholiek ten voeten uit, vertelt hij. „Toon zei: die God van mij is helemaal niet concreet, maar Hij is wel mijn ademhaling.”

Toch herkent Oostvogel katholieke wortels in Hermans werk. „Dat lied over zijn engelbewaarder Gabriël die hij vroeger had. Het eindigt met ’Gabriel, waar zit je nou’, daar klinkt heimwee naar het verleden in door. Heel mooi.”

„Typisch katholiek, die engelbewaarder”, vindt ook cabaretkenner Kick van der Veer. Religie speelt duidelijk een rol in het oeuvre van Hermans, zegt hij. „Hermans blikt vaak terug naar de kerk van weleer, ’toen de klokken nog met de hand geluid werden’. En hij heeft een gebedenboek laten uitgeven.” Van poppenkast in de kerk was Hermans wars, zegt Van der Veer. „Hoewel, ik ken een geluidsopname van tien minuten, een gedicht, over processies in Limburg. Hij beschreef hoe die er aan toe gingen en hoe men bad. Een ode aan het katholicisme.”

Dat Hermans zo ongelofelijk geliefd was bij het grote publiek komt volgens Van der Veer omdat hij het alledaagse tot iets bijzonders verhief. „Dit wilden wij horen. Mensen die zich beter voordeden, maakte hij belachelijk. Hij sprak zoals wij, daar waar cabaretiers Wim Sonneveld en Fons Jansen zich graag een beetje bekakt gedroegen. Toon had ook zelfspot. Hij zei bijvoorbeeld: ik zat me laatst zo vreselijk aan te stellen. Dan schurkten wij tegen hem aan omdat we onszelf herkenden en dachten: Wat ben jij een aardige kerel. Terwijl hij toch een belangrijk man was”, vertelt Van der Veer met onverholen bewondering.

Ik besluit deze reeks verhalen naar aanleiding van de Jabikspaad-route met een liedtekst van Toon Hermans. Omdat hij het gevoel van weemoed zo prachtig beschreven heeft in een lied over de engel Gabriël. Ik laat het slotwoord daarom graag aan hem over:

Ik had een eigen engel en die heette Gabriël                                                                                                                                                       Die engel had ik nodig want ik kneep 'm als de hel

Hij sloeg meteen zijn vleugels uit bij elk gevaarlijk spel                                                                                                                                     Een heilig soort gevogelte: mijn engel Gabriël

En onder glazen stolpen zag ik de Madonna staan                                                                                                                                              D'r brandde dan een lampie bij en voor het slapen gaan

Werden alle kinderen gewassen in de teil                                                                                                                                                               En dan het Onze Vader knielend op 't koude zeil

Nu zit ik diep te denken wat het bidden toch zou zijn                                                                                                                                        Dat deed ik vroeger nooit en daarom ging het toen zo fijn

Ik steek nog wel eens een kaarsje aan en ik sla nog wel eens een kruis                                                                                                      Maar het gaat toch niet zo lekker meer als vroeger bij ons thuis

Toch heb ik wel eens heimwee naar mijn engel Gabriël                                                                                                                                        Ik heb hem wat verwaarloosd: dat is waar, ik weet 't wel

Maar zit ik in de piepzak, in de rats of in de rouw                                                                                                                                              Dan roep ik net als vroeger: Gabriël, waar zit je nou

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s