Rijk Leven

28 december 2021 - Millingen aan de Rijn, Nederland

We staan vroeg op, eten een lekker ontbijt en stappen ondanks de regen bijtijds op de fiets. We hebben de regenjacks al aangetrokken. Als je eenmaal in de regen rijdt en een bestemming hebt voor die dag, dan deert het je eigenlijk helemaal niet meer zo. Dan ga je er gewoon doorheen.

We fietsten door de Schotse Hooglanden en troffen dat typisch Schotse weer. Op de klim van de berg reed je nog in de regen en achter de top kon het regenjack alweer uit omdat daar volop de zon scheen. Het was al een paar dagen stralend weer. Fris, maar uitbundig zonnig. We naderden Inverness – hoofdstad van The Highlands – als de meest noordelijke plaats van de fietsroute. Ik zei tegen mijn vrouw dat het eigenlijk iets minder zonnig zou moeten zijn als we de volgende dag langs Loch Ness zouden gaan. Anders zou het helemaal niet zo spannend zijn vond ik.

Mijn wens werd vervuld. De volgende morgen regende het pijpenstelen. Het was een beetje veel van het goede. Nog even vluchtten wij de overdekte oude Victoria Market in. We hoopten dat de regen dan zou overtrekken terwijl wij aan het ontbijt zaten. Maar dat bleek ijdele hoop. De regen bleef gestaag vallen. Er hing zoveel vocht boven de weg en boven de rivier Ness waar wij langs fietsten, dat we vreesden Loch Ness helemaal niet te kunnen zien. Toen wij het ‘loch’ bereikten, hing er een grijze nevel boven het wateroppervlak dat het een mysterieus aanzicht gaf. Zo ongeveer had ik het me wel voorgesteld. Met iets minder regen misschien.

Vlak voor het plaatsje Foyers brak opeens de zon door. En op hetzelfde moment stortte een zwerm zwarte vliegjes zich op ons terwijl we aan een stevige klim bezig waren. We konden ons stuur niet eens even loslaten om ze van ons af te slaan. Ze krioelden op mijn natte schedel en kropen in mijn hals. Gelukkig had het dorpje een pub waarin we konden wegduiken. Vanachter het raam keken we uit over het grote meer dat nu lag te stralen in de zon terwijl het vocht razendsnel optrok. We zagen hoe kleine plezierjachtjes zich stoer in de golfslag waagden ondanks het loerende monster vanaf donkere troebele diepten. Loch Ness is ruim tweehonderd meter diep.

De regen maakte de beleving van Schotland compleet. Regen hoort erbij. Er is geen Schot die zich erover beklaagt.

Wij fietsen eerst nog door een natuurgebied langs de Maas. Richting Gennep. Daar nemen we de Moasbrögk over de rivier en vervolgen de LF Maasroute nog tot onder Mook. Daar verlaten we het rivierenlandschap voor bos en heide. Het gebied waar we doorheen trekken ligt op een oude stuwwal die ontstaan is in de laatste ijstijd. We ontkomen daarom niet aan een stevige klim bij Heilig Landstichting. De helling is vanaf het zuiden wat gemakkelijker te beklimmen dan vanuit de tegenovergestelde richting weten we uit ervaring. Maar ook nu moeten we terugschakelen naar de kleinste versnelling.

Het dorp is genoemd naar het hier gelegen Museumpark Orientalis, dat voorheen de Heilig Land Stichting heette. Het ligt tegen de bebouwde kom van Nijmegen aan. Oud premier Dries van Agt heeft hier gewoond.

Eind zestiende eeuw was Nijmegen Protestants geworden. Katholieken moesten hun kerken afstaan en mochten hun geloof niet langer belijden – vrijheid van godsdienst kwam er pas aan het eind van de achttiende eeuw. Maar toch bleef tweederde van de Nijmeegse bevolking het eigen geloof trouw. Dit moest wel in het geniep. Zo ontstonden schuilkerken.

Pas tweehonderd jaar later mochten mensen weer openlijk katholiek zijn. Ze kregen de van oorsprong katholieke Broerskerk en de Regulierenkerk terug. De terugkeer van het openbare katholieke leven was vooral vanaf het midden van de negentiende eeuw merkbaar. De katholieken kregen een eigen krant, een eigen ziekenhuis, eigen scholen en een eigen begraafplaats. Er werden ook katholieke arbeidersverenigingen en sociale fondsen opgericht. Een aantal katholieken kreeg hoge posities in politiek en bestuur. Zo werd eind negentiende eeuw na lange tijd weer een katholieke burgemeester benoemd. Een opvallend nieuw katholiek bouwwerk was het Kolpinghuis, het verenigingsgebouw van de katholieke arbeidersvereniging in Nijmegen. De stad was langzaamaan een katholiek bolwerk aan het worden.

Het katholicisme in Nederland maakte een tijdperk van groeiend zelfbewustzijn door. De kerk en de pastoor hadden grote invloed op het individuele leven en er was ook veel sociale controle. Persoonlijke beleving van het geloof en het in het openbaar belijden ervan waren belangrijk. Met dat doel voor ogen hebben enkele fanatieke katholieken hier ten zuiden van Nijmegen rond 1910 een stuk heide gekocht met de bedoeling er een devotieplaats te scheppen ter verering van het ‘Heilig Hart’ van Jezus.

Deze symboliek stamt van oorsprong uit de middeleeuwen, maar kwam rond 1900 centraal te staan in de katholieke geloofsleer. Het idee was dat deze verering persoonlijke vroomheid en barmhartigheid zouden stimuleren. Het plan was om er een reusachtige Heilig Hart-basiliek te laten verrijzen die de vergelijking met ’s werelds grootste Heilig Hart-basilieken zoals de Sacré-Coeur in Parijs zou kunnen doorstaan. Om de geloofservaring te verdiepen wilde men bij de kerk een devotiepark inrichten waarin een natuurgetrouw beeld zou worden gegeven van het leven en lijden van Jezus.

De basiliek kwam er niet, maar het devotiepark wel. Op de hei werd de omgeving van het Heilig Land ten tijde van Jezus’ leven nagebouwd. In de begintijd was de Heilig Landstichting een populaire bestemming. Er heeft zelfs een klein stationnetje voor bezoekers gestaan aan de spoorlijn tussen Nijmegen en Groesbeek. En er verrezen hotels en pensions voor wie wilde overnachten. Later kreeg het park de naam Bijbels Openluchtmuseum en tegenwoordig is het museum op vraagstukken van religie en cultuur georiënteerd. De toekomst van het noodlijdende park is onzeker.

Nergens in Nederland stonden rond 1900 zoveel kloosters als in Nijmegen. De stad werd daarom ook wel 'Monnikendam aan de Waal' genoemd. Samen met de torenspitsen van de ruim dertig katholieke kerken bepaalden de kloosters het stadsbeeld.

We fietsen langs voormalig klooster en meisjespensionaat Mariënbosch. In het klooster woonden de zusters van Jezus, Maria en Jozef. De kostschool was verbonden aan de eerste katholieke Middelbare meisjesschool van Nederland.

Als vierjarig kleutertje ging ik naar de St. Franciscuskleuterschool in Oudewater. Er werd toen nog les gegeven door Franciscanessen. Ik had zuster Concilia als leerkracht. Ik herinner me haar als een afstandelijke vrouw. Ik was bang voor haar. Dit kwam waarschijnlijk ook doordat zij een wit gesteven katoenen kap, zwart katoenen sluier en wit katoenen ondermuts op haar hoofd droeg. Deze bedekten haar haren, haar hals en een deel van haar gezicht.

Halverwege de negentiende eeuw waren er vanuit Bennebroek enkele zusters Franciscanessen naar Oudewater gekomen. Franciscanessen ontplooiden meestal wereldlijke activiteiten, zoals in zorg en onderwijs. Het waren "actieve" zusters. Tegenover de St. Franciscuskerk in de Kapellestraat werd het Franciscusgesticht of nieuwe kloostercomplex gebouwd. Het kreeg twee vleugels in neogotische stijl. Beslist een mooi gebouw. In de vleugel aan de Kapellestraat woonden de zusters. In de vleugel aan de Kloosterstraat waren de kostschool voor meisjes, de dagschool voor meisjes en het pensionaat voor oude mensen gevestigd.

Oudewater is van oudsher een parochie die door de paters Franciscanen werd bediend. Een van hen was pater Gillesen. Hij was kapelaan bij de parochie in Oudewater. Hij nam in 1925 het initiatief om met wijkverpleging te beginnen en wist enkele zusters van de katholieke congregatie uit Heerlen naar Oudewater te halen. Zij gingen in een huisje naast de kerk wonen. Het waren ‘Kleine Zusters van St. Jozef', in de betekenis van 'bescheiden'.

Vanaf het begin bleek er volop belangstelling voor deze vorm van ziekenzorg en men kwam al gauw met het plan om een ziekenhuis te stichten. Om aan geld te komen, werd in de kerk gecollecteerd en een huis-aan-huis inzamelingsactie gehouden. Het enthousiasme was heel groot en iedereen droeg naar vermogen bij. Al in 1927 kon het ziekenhuis in de Kapellestraat geopend worden onder de naam 'Sint Jacob' naar de voornaam van de stichter: pater Jacobus Gillesen.

Nergens ter wereld zijn er – gerelateerd aan het aantal inwoners – zoveel orden en congregaties actief geweest als in Nederland. Nergens ter wereld ook zijn er naar verhouding zoveel meisjes en vrouwen, jongens en mannen ingetreden als in Nederland.

In de periode van 1850 tot 1970 beleefde het katholicisme haar hoogtepunt in ons land. Voor deze periode waren er nog maar weinig kloosters overgebleven. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog en in de periode daarna waren de meeste verdwenen, omdat iedere uiting van het katholieke geloof verboden was.

Tussen 1800 en 1850 werden op verschillende plekken initiatieven genomen om te voorzien in de behoefte aan onderwijs en zorg. Waar de oudere kloosters van voor deze periode vooral afgekeerd waren van de wereld en waarin men zich wijdde aan gebed en contemplatie, waren de nieuwe congregaties toch vooral gericht op het verlichten van sociale noden.

In het begin van de twintigste eeuw was er op veel plekken in ons land nog een lage scholingsgraad en een extreem hoog sterftecijfer. Een grote groep religieuzen zorgden naar het voorbeeld van Jezus Christus voor ‘de minsten der mijnen’: voor de weduwen, de wezen, de zieken, de doven, de blinden, de armen en de ongeschoolden. Het niveau van onderwijs en gezondheidzorg groeide door hun inspanningen spectaculair.

Natuurlijk waren er ook ‘krengen van barmhartigheid’. Er waren ook gestoorde broeders en priesters, die zich schuldig maakten aan misbruik en ander onrecht. En ook binnen instellingen zijn er verschrikkelijke dingen gebeurd. De afschuw hierover is meer dan terecht. Die historische werkelijkheid mag zeker niet worden ontkend.

Maar daar tegenover staat dat heel veel andere religieuzen zich hun leven lang hebben ingespannen voor de medemens en dat daarmee een uitgebreid netwerk van zorg- en onderwijsinstellingen is ontstaan. 

We fietsen langs de Duitse grens af en soms een stukje erover. Het land is weer plat. De stuwwal ligt nu achter ons. Door riet- en grasland, door Ooypolder en Millingerwaard, rijden we naar het stroomgebied van de Rijn. Wat een prachtig gebied is dit. We gaan helemaal op in het groen. Met het geluid van ruisend riet en vogelzang. We worden er stil van. We beseffen dat wij nog net een stukje van het Rijke Roomse Leven hebben meegemaakt. Wij hebben er geen nare herinneringen aan. We voelen ons gezegend dat wij er warme gevoelens bij mogen hebben. Wij hebben gelukkig geen dwang meegemaakt. Geen opgelegde moraal. En god zij dank ook geen afschuwelijk misbruik.

Het is weer gaan regenen. De regenjacks gaan weer aan. We rijden Millingen aan de Rijn in. Een dorp dat grenst aan Duitsland. We komen bij het water. Het is druk op de Rijn. Enkele jaren geleden konden we hier niet oversteken vanwege de lage waterstand die werd veroorzaakt door de aanhoudende droogte en hoge temperaturen. Vandaag vaart het veer ‘Heen en Weer V’ wel. Het komt naar hier over de woeste baren. Het is echt nodig om de fietsen goed vast te binden voor de oversteek.

Aan de overkant staat een groepje fietsers in regenpakken en regencapes te wachten. Ze worden geteisterd door de felle regen. Ze staan op de krib waaraan we gaan aanleggen. Ja, sinds Schotland kunnen wij dit echt heel anders beleven. Deze weersomstandigheden deren ons echt niet meer. Ze maken de ervaring compleet. Dit is louter genieten!

Foto’s