Innerlijke waarneming

21 december 2021 - Boxmeer, Nederland

Je hebt vast weleens zo’n afbeelding gezien waarin twee onderwerpen te zien zijn die je nooit gelijktijdig kunt waarnemen. Je ziet het een erin óf het ander. Een van de bekendste is die waarin je een jonge óf een oude vrouw ziet.

Het is hoe wij waarnemen. De gestaltpsychologie (spreek uit Ghèsj-talt, op z’n Duits) deed waarnemingsexperimenten rond 1920. Men ontdekte wetmatigheden in ons waarnemen. Zo nemen we iets waar als figuur tegen een achtergrond. Maar samen vormen figuur en achtergrond een ‘totaliteit’ (dit begrip komt uit de gestaltpsychologie). Ik zal een heel alledaags voorbeeld geven.

Wanneer ik van Haastrecht naar Gouda fiets over de Voorwillenseweg – een B-weg in het groen – en de Goverwellesingel moet oversteken – een geasfalteerde vrij drukke randweg voor auto’s met een onderbroken streep in het midden – dan zie ik alles in het beeld dat ik vanaf de Voorwillenseweg heb. Dan zie ik dus een voormalige groene polderweg met rietkragen en knotwilgen aan beide zijden, die vanuit de polder naar de stad Gouda (op de achtergrond) loopt. Bij de verkeerslichten zie ik even de passerende auto’s, maar op de achtergrond zie ik alweer hoe ik de groene polderweg straks gewoon zal blijven vervolgen.

Maar wanneer ik nu met de auto over de Goverwellesingel aan kom rijden, dan zie ik een vrij drukke geasfalteerde weg met auto’s die voor mij uitrijden, en auto’s die mij tegemoet komen. Op de achtergrond en om mij heen zie ik dan de volgebouwde Goudse wijk Goverwelle. Bij de verkeerslichten moet ik inhouden voor fietsers die oversteken. Zij lijken op een fietspad te rijden. De groene rietkragen en knotwilgen vallen vanaf de Goverwellesingel nauwelijks op. Ik moet zelfs moeite doen om de Voorwillenseweg erin te herkennen.

We passen deze waarneming ook toe in ons denken. Vaak onbewust. Soms heel bewust. In de examenperiode van de studie Psychosociaal Werk kregen we altijd een kennistoets én een casusopdracht. In de casus werd een probleem van een cliënt voorgelegd. We moesten meerdere therapieën bedenken vanuit verschillende psychologische stromingen. Elke stroming stelt een andere aanpak voor en heeft een andere kijk op het probleem. Een heel duidelijk voorbeeld is of je de aanpak volgens de cognitieve gedragstherapie kiest – deze richt zich op ‘denken en gedrag’ – of dat je een therapie kiest die het ‘lichaam en voelen’ benadrukt.

Of je nu het lichamelijke of de psyche op de voorgrond plaatst, het vormt samen natuurlijk een heel vanzelfsprekende totaliteit. Het is een en dezelfde mens. Een gestalt-psycholoog benadrukt het geheel. Onze gevoelens en gedrag staan niet los van elkaar, ons lichaam staat niet los van de omgeving, enzovoort. Een gezond individu is een persoon die voelend, denkend en gedragend in deze wereld ‘hier en nu’ is. De mens wordt als een systeem beschouwd dat naar evenwicht streeft. Steeds treedt er een behoefte op de voorgrond die bevredigd moet worden.

Mijn vrouw en ik fietsen vandaag langs de Maas naar Boxmeer. Wij bekijken alles vanuit de rivier die traag door het Limburgse en Brabantse land stroomt. Ze gaat langs enkele provinciesteden, maar vooral langs dorpen met kerktorentjes die al van veraf te zien zijn. Wij zien een levendige rivier met vrolijke zomerse uiterwaarden.

En zodra wij kerken, kapellen, wegkruisen en kloosters zien, weten wij dat we ook een route volgen die door pelgrims gebruikt wordt om naar Santiago de Compostella te gaan. Dan heeft onze fietsreis even een andere betekenis. Maar wij pelgrimeren niet. Voor ons is dit een sportieve vakantiebesteding met een keerpunt aan de Waddenzee die onze stip op de horizon is.

Een bedevaart of pelgrimage is van oudsher een reis naar een bedevaartsoord die een bijzondere betekenis heeft binnen een religie. Maar mensen hebben tegenwoordig ook heel andere redenen om op pelgrimage te gaan. Je hoeft daarvoor niet langer religieus te zijn. Je kunt ook op weg gaan om inspiratie te verkrijgen; om tot bezinning te komen; om het leven te beschouwen; om een poosje afstand te nemen van een hectisch dagelijks bestaan; om 'de ervaring'; 'om er geweest te zijn' of om andere mensen te ontmoeten.

Suzanne van der Beek, universitair docent aan de Universiteit van Tilburg, deed jarenlang onderzoek naar moderne vormen van pelgrimage. Ze schreef een proefschrift in 2018 over pelgrims die de ‘Camino’ lopen, de weg naar Santiago. In dagblad Trouw stond een interview met haar.

Het aantal pelgrims naar Santiago de Compostella is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. Een flink deel van de nieuwe pelgrims is onder de dertig jaar. Steeds meer jongeren ontdekken het eeuwenoude ritueel van een lange voettocht naar een heilige plaats.

Het Spaanse Santiago de Compostella is verreweg de populairste bestemming: in 2018 trokken 300.000 pelgrims erheen; het is meer dan twee keer zo veel als tien jaar geleden. Onder hen waren bijna vierhonderd jongeren uit Nederland.

De aantrekkingskracht komt vooral door het spirituele element, zegt Van der Beek. Het onderscheidt een pelgrimstocht van andere reizen. “Oudere pelgrims willen expliciet geen toerist zijn, maar pelgrim. Bij jongeren zie je iets soortgelijks. Ze zeggen dan: ‘Ik wil niet ‘gewoon’ gaan backpacken in Azië of Australië, ik wil de Camino lopen’. Pelgrimage heeft voor hen een bepaalde toegevoegde waarde.”

Die toegevoegde waarde – het figuur op de voorgrond – is dus spiritueel. “Bij spiritualiteit gaat het tegenwoordig vooral om bezinning op het persoonlijk leven”, legt Van der Beek uit. “Het gaat steeds vaker over het eigen leven: Wie ben ik? Wat betekent mijn leven? Hoe voel ik mij verbonden met de rest van de wereld?”

Het zijn levensvragen waarop pelgrims het antwoord tijdens hun tocht hopen te vinden. “Het gaat om de vraag: hoe nu verder? Bij oudere pelgrims dringt dit zich vaak op naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis, zoals een scheiding, een sterfgeval of het begin van het pensioen; bij jongeren vaak voor of na hun studietijd, wanneer ze op een kruispunt in hun leven staan.”

We gaan nog een keer naar de overkant met een veerpontje. Steeds weer is dit een fijn moment. Je staat even stil, kijkt uit over het water en geeft je over aan het pontje dat je vanzelf naar de overkant brengt.

Mirjam van der Vegt is zelfbenoemd stiltecoach. Ze schrijft boeken, geeft trainingen en verzorgt retraites. Ze schrijft op haar website: “Leven is pelgrimeren; ik loop daarbij graag een stuk met mensen op. In mijn boeken, retraites en trainingen neem ik je mee op een avontuurlijke reis naar je hart en nieuwe inzichten. Zo leer je leven met zin en vreugde.”

Ze is een fervent kloosterbezoeker en gebruikt kloostertradities als een van de pijlers voor haar boeken en bijeenkomsten. In ‘De Kracht van rust’ put zij uit de wijsheid van anderen – waaronder kloosterlingen – en de kennis die verkregen is door wetenschappelijk onderzoek. Haar boek is bekroond tot het beste spirituele boek van 2021.

De mens die nu leeft, heeft meer vrije tijd dan ooit, maar toch voelt hij zich vaker opgejaagd. Een Amerikaanse onderzoeker denkt dat deze trend van toenemende onrust blijft toenemen tot aan 2050. Hij noemt het ‘werkisme’. De meeste mensen werken om te zijn. Werken geeft betekenis.

De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter stelt dat de westerse mens overprikkeld, egocentrisch hoogmoedig is. Continu op zoek naar bevrediging en bevestiging. Hyper-individuen die het beste uit zichzelf moeten halen en daar hard voor moeten werken.

Mirjam van der Vegt zegt dat we op adem moeten komen, langzamer moeten lopen en stiller moeten worden. Het leven heeft al zoveel in zich voordat wij er iets van maken. Ze stelt dat wij leven van verbinding en bevestiging. De verbinding met ons hart, met de ander en met het grote geheel. Ze ziet dit terug in de toename van het aantal kloosterbezoeken.

We willen weten dat we er toe doen en niet alleen zijn. Ze zegt dat er verbinding ontstaat wanneer we er de rust voor nemen. Rust en werken zouden elkaar moeten afwisselen in een natuurlijk ritme. Een beweging van toenaderen en afstand nemen zie je overal terug. Zoals in dag en nacht. Eb en vloed. Zomer en winter. Er is een tijd om in te keren en een tijd om naar buiten te treden. Als je na de innerlijke rust weer naar buiten treedt, kun je werken vanúit je zijn in plaats van werken óm te zijn.

De weg naar binnen is een reis die al door talloze pelgrimszoekers is ondernomen.

Er komt een enorm donkere lucht over de rivier naar ons toe gedreven. We pakken de regenjassen uit de tassen en zoeken extra beschutting in de begroeiing langs het fietspad. Na een fietsreis door de Schotse Hoogvlakte hebben wij leren genieten van regen. In de bootjes die op het water dobberen, brandt licht. Mensen drinken een ‘gezellig glaasje’ en kijken naar buiten terwijl de regen tegen de ruiten klettert. Als de bui is overgedreven stappen wij weer op de fiets voor de laatste kilometers naar Boxmeer. Daar wacht ons een ruime B&B die wij helemaal voor onszelf hebben. Er zijn vanavond geen andere gasten. We hangen de regenjassen en fietskleding te drogen en nemen een douche.

Na het eten vallen we neer in de zithoek met een goed glas wijn. We hebben weer ruim honderd kilometer gefietst vandaag. Het was een geweldige dag. Van lichamelijke inspanning kun je ook tot rust komen. We proosten op wat de dag ons bracht vandaag. Soms is het leven geweldig.

Foto’s