Knotenpunkt

14 november 2017 - Itterbeck, Duitsland

Zodra ik de grens met Duitsland passeer, zie ik nog maar nauwelijks knooppuntbordjes. Er is heel spaarzaam genummerd hier. Heel af en toe geven rode fietsjes op witte bordjes aan dat dit de weg is naar een knooppunt.

Ik hoop dat ik nu ook nog steeds op de weg naar een knooppunt zit. Daar hangt gelukkig weer een bordje. Ik zit nog goed. Links van de weg loopt een fietspad, het dicht begroeide donkere woud in. In Duitsland denk ik niet aan bossen maar aan wouden. Ze zijn groot, donker en verlaten. Ik ben er voornamelijk alleen. Het is niet een woud waar je rustig om je heen kijkend doorheen fietst. Nee, dat doe je hier niet. In deze regio steken wolven af en toe de grens over, hoorde ik op het nieuws. Ik heb hetzelfde gedaan in omgekeerde richting. Ik bevind me ter hoogte van Overijssel.

In Nederland struikel je over de bewegwijzeringsborden. Je hebt routeborden voor wandelaars, mountainbikers, ruiters, skaters, hulpdiensten, stiltezoekers, boomkruinenpadwandelaars, klompendragers - er bestaan ook klompenpaden namelijk - en wild, dat via viaducten van het ene naar het andere natuurgebied geleid wordt. En dan zijn er ook nog knooppuntenbordjes, ANWB routeborden, ANWB paddenstoelen. Ruim genoeg om je te kunnen oriënteren. Een beetje te veel eigenlijk.

In Duitsland niet. Daar rijd ik vele kilometers zonder ook maar iemand tegen te komen en zonder ook maar een oriënteringspunt te vinden. Als ik een bordje en daarmee een afslag mis, moet ik terug. Verder dwalen heeft echt geen zin hier. Hoe weet ik in godsnaam of ik er een gemist heb? Het woud is ook nog eens zo enorm dicht begroeid. Ik tuur voor me uit. Op zoek naar het volgende bordje. Ik wil gewoon echt niet om hoeven keren. Ik moet al genoeg kilometers maken vandaag.

Ik heb geen kompas bij me. Geen grote fietskaart. Geen fietsnavigatie. Mijn telefoon maakt hier geen verbinding met internet. Ik heb slechts een hardplastic houdertje met daarin voorgedrukte kartonnen kaartjes van de ANWB, waarop ik thuis met pen de knooppunten heb genoteerd. ‘Het Fietserpad in knooppunten’ stond er op internet. En dat is wat het is. Dat rijd ik nu. Dag twee. Van Coevorden naar Winterswijk. Althans dat is mijn streven voor vandaag. Ik heb dit keer geen overnachting geregeld. Ik ga wel zien hoever ik kom en waar ik ga slapen. Ik regel wel wat.

Er zijn mensen die alles graag tot in de puntjes voorbereiden. Alle onzekerheden uit willen sluiten. Ik heb dat niet. Ik wil enigszins moeite moeten doen. Niet helemaal weten wat me te wachten staat. Ruimte hebben om plannen ter plekke aan te kunnen passen. En daar hoort enige onzekerheid dan gewoon bij.

Als ik de weg kwijt ben, gaat het me trouwens helemaal niet meevallen om deze terug te vinden. Ik sla namelijk niet automatisch op waar ik langsrijd - als ik een grote kledingzaak in Rotterdam uit kom, moet ik altijd uitgebreid de tijd nemen om te bepalen welke kant ik nou ook alweer op moet gaan - en in dit woud al helemaal niet. Alle bomen lijken op elkaar. Geen bebouwing. Geen meertje of open plek. Geen picknicktafel met prullenbak ernaast. Niets van dit alles.

Mijn jongste zoon was pas 4 jaar oud. Hij zat achterin de auto. Ik had nog geen TomTom. Ik probeerde de terugweg te vinden. Mijn zoontje zei me steeds dat hij zeker wist dat ik rechts- dan wel linksaf moest slaan. Ik zie hem nog zo voor me in mijn achteruitkijkspiegel, zittend in een gekleurd ANWB autostoeltje. Ik vertrouwde al snel op zijn geheugen. Dat jochie van me had gewoon gelijk. Míjn hersenen functioneren op dit punt nu eenmaal dramatisch.

Tijdens een tweedaagse met het schoolteam ging het over persoonlijkheidsdynamieken. Door jarenlange observaties en onderzoek over de hele wereld en onder allerlei culturen, heeft men inzicht gekregen in verschillen tussen mensen. In de wijze waarop ze communiceren, leren, samenwerken, leidinggeven en een probleem aanpakken. Om te bepalen welke dynamiek de mijne was, las ik een beschrijving van de kenmerken op genoemde gebieden. Hierin las ik dus, dat ik moeite heb me  ruimtelijk goed te kunnen oriënteren. Nou, dat klopt echt. Ik moet dat bekennen.

Niet lang daarna had ik een etentje met hetzelfde team in het centrum van Utrecht. Een collega zou met mij terugrijden naar huis. We verlieten samen het restaurant en hadden werkelijk geen idee welke kant we op moesten lopen. Bleek zij een ook een dynamiek te hebben waarin de ruimtelijke oriëntatie matig is. Lekker dan!

Ondertussen zie ik nog steeds geen volgend routebordje. Het zal toch niet waar zijn hè? Moet ik straks echt dat hele kolere-eind terugfietsen? Ik rijd dan natuurlijk nog 100 keer verkeerd ook. Ik moet er niet aan denken. Ik knijp hem nu toch wel een beetje. Ik kom ook echt helemaal niemand tegen hier. Ik gebruik natuurlijk wel mijn nuchtere verstand. Ik weet dat ik in ieder geval naar rechts moet, daar loopt de grens. Naar de kant waar mijn schaduw heen wijst - gelukkig schijnt de zon vandaag - op dit tijdstip van de dag. Maar ja, als er geen pad loopt, wordt dat toch een lastig verhaal. Hoe komen die Duitsers er verdorie bij om zo weinig tekens te plaatsen. Zie ik daar een Knotenpunktbordje in de verte? Nee nog steeds niet.

Ik ben eigenlijk gaan fietsen om wat afstand te nemen en na te kunnen denken over mijn toekomst, wat werk betreft. Maar van nadenken komt het helemaal niet. Ik maak me nu druk om of ik nog wel op de juiste weg rijd. Het is verdikkeme letterlijk wat ik mij over mijn werk ook zo afvraag.

Nádenken over je toekomst. Werkt dat wel zo. Ik realiseer me dat ik vaak op mijn gevoel beslis. Mijn intuïtie. Onbewust maak ik afwegingen die ik onmogelijk rationeel kan maken. Dat gebeurt gewoon op een heel ander niveau. De uitdrukking ‘ik moet er nog een nachtje over slapen’ is helemaal zo gek niet. Hoe vaak komt het niet voor dat je de volgende ochtend heel anders tegen de dingen aankijkt. Dingen waarvan je te lang wakker lag. ’s Nachts orden je je gedachten, verwerk je wat je hebt meegemaakt. En daar hoef je helemaal niets aan te doen. Dat kun je gewoon laten gebeuren. Meestal doe ik dat ook. Ik val dan heerlijk in slaap en laat mijn zorgen in andere sferen op een rijtje zetten, overwegen en oplossen. En ’s morgens bij een kop koffie breekt het nieuwe inzicht dan opeens door. Nou ja, meestal.

Dit keer wil het niet erg vlotten met mijn probleem. Ik weet niet wat ik wil. Ik weet niet welke keus ik moet maken. Ik wantrouw ditmaal mijn motivatie steeds. Doodvermoeiend is het. Het liefst fiets ik de wereld rond en laat ik mijn zorgen achter me. Maar ja, als ik dan over de helft ben, fiets ik weer langzaam naar de problemen terug. Nee, wegrijden voor problemen is de oplossing ook niet.

De parallel is er wel, merk ik. Ik rijd voorlopig gewoon door in afwachting van het volgende routebordje. Ik heb nog helemaal geen aanwijzing dat dit de verkeerde weg is. Ik besluit dat in mijn leven ook toe te gaan passen. Ik blijf erop vertrouwen dat ik vroeg of laat het bordje met de juiste informatie vind. Informatie die mijn keuze gaat bepalen. Informatie waarbij ik wél het goede gevoel krijg. Tot die tijd rijd/leef ik rustig verder! Kommt Zeit, kommt Rat!

Foto’s