Stolwijkse IJsclub als centrum van het dorp

13 maart 2021 - Stolwijk, Nederland

Ik wil iets ondernemen. Iets dat wél mogelijk is ondanks alle coronabeperkingen. Ik heb behoefte aan actie. Net als de meesten van ons. Toch?

Zijn jouw dagplanningen ook geforceerd? Doe jij ook je best om ondanks alles een waardevolle invulling aan de dag te geven? Wil jij ook voorkomen dat je er gelaten onder wordt. Omvalt van saaie eentonigheid en suffigheid? Probeer je ook dagelijks te bewegen omdat  jij je er beter door voelt en je er van die lullige stijfheid en idiote pijntjes mee tegengaat? En weet jij ook wel dat je dat vooral is ingegeven door de coronabeperkingen in plaats van dat je het uit spontaan enthousiasme doet? En dat dat toch een heel verschil maakt? Ik doe mijn best om nog steeds het positieve van de crisis in te zien en er een periode van bezinning van te maken en een mogelijkheid om klussen in huis eindelijk eens uit te gaan voeren. Maar ook ik ben het zo ongelooflijk zat. Ik snak naar ruimte. Het kan me niet schelen voor wat dat is. Zelfs het afhalen van bestelde materialen bij de plaatselijke bouwmarkt vond ik al een ontzettende verademing laatst.

Het heeft geen enkel nut om erover te klagen. Ik verander er niets mee en het vaccinatieprogramma gaat er niet sneller mee verlopen. Kan jij ook niet kan wachten op die heerlijk ongecompliceerde vrijheid? En dat COVID-19 geen allesoverheersend gespreksonderwerp meer is? Maar dat je heel gewone dingen zonder speciale reden kunt doen omdat je er gewoon blij en tevreden van wordt? Maar door het vele persoonlijke leed dat ons is overkomen als gevolg van dat stomme virus, zal het ons nog lang achtervolgen. Het heeft een enorme impact. Dat is zeker.

Nog voordat er ook maar voorzichtig sprake is van enige nachtvorst zegt voorzitter Wiebe Wieling van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden al dat er geen Elfstedentocht georganiseerd zal gaan worden deze winter. Het is op 4 januari 2021 precies vierentwintig jaar geleden dat de vijftiende editie geschaatst is. Nog niet eerder was de tijd tussen twee tochten zo lang. Is het een idee om precies op die dag de fietsversie te gaan rijden dan? Ik wil immers ook een keertje in hartje winter een tweedaagse fietsen. Nee, dat kan ik niet maken. Het zou weinig loyaal zijn. Bovendien trekt het sombere regenachtige weer van die dag me ook helemaal niet. Want de datum van deze tocht kan ik natuurlijk wél gewoon weersafhankelijk kiezen.

Op 18 januari schiet het idee opnieuw door mijn hoofd als de drie vrouwelijke winnaars van de laatste drie Elfstedentochten in het televisieprogramma ‘M’ alsnog een officiële prijs krijgen uitgereikt voor hun geweldige prestatie uit handen van voorzitter Wieling. Het moment wordt omlijst met de klanken van Dweilorkest Kleintje Pils. Toch nog een heel klein beetje feest. Lekker.

Lenie van der Hoorn, de winnares van 1985, refereert tussen neus en lippen door nog even aan de meest barre Elfstedentocht die door Reinier Paping gewonnen werd op 18 januari 1963. Precies achtenvijftig jaar geleden. Precies mijn leeftijd. Ik was een baby van 3 maanden oud en hield me in de boks nog bezig met heel andere dingen.

Nee, ik kan het echt niet rijmen met mijn geweten. Ik moet toch maar niet naar Friesland gaan.

Maar wat kan er dan wél. Op zaterdag 4 januari 1997, de dag van de vijftiende Elfstedentocht, schaatste ik de Negen Dorpentocht in de Krimpenerwaard. Een plaatselijke Tocht der Tochten die op precies dezelfde dag viel. De Krimpenerwaard is immers toch wel een beetje het Friesland van de Randstad zei een verslaggever onlangs bij Eén Vandaag. Ik herinner me nog hoe er op verschillende stempelplaatsen een televisie aanstond. Daarop zag je livebeelden van de wedstrijd in Friesland. Het leek daardoor net alsof we er zelf aan meededen.  Onze schaatstocht kreeg ook iets heroïsch daardoor. Vooral ook omdat het een dag was met matige vorst en een harde oostenwind. Het was ontzettend koud daardoor. Je kreeg de medaille niet zonder bijzondere inspanning.

Dat kan ik doen! Ik kan de Negen Dorpentocht gaan fíetsen! Dat kan natuurlijk gewoon. Zonder overnachting. Geen probleem. En dan hoef ik er ook niet onnodig ver voor te reizen. Bovendien is er een officiële jaarlijks terugkerende fietsvariant van. Transportbedrijf Verwaal uit Stolwijk bedacht en organiseert deze in samenwerking met de ijsclubs sinds 2012. Die route kan ik mooi gebruiken.

Mijn besluit staat vast. Fijn. Ik ga de ‘Tocht der Tochten van de Krimpenerwaard’ fietsen. Op de eerste de beste dag in januari dat de temperatuur nauwelijks boven het vriespunt uitkomt en er winterse neerslag wordt verwacht, kleed ik me warm aan en stap ik op de fiets. Ik ga langs alle vijftien deelnemende ijsclubs. Te beginnen met de Stolwijkse.

Ik kan mij niet meer herinneren op welke manier ik naar Stolwijk geschaatst ben in 1997. In de kast van de Haastrechtse IJsclub vind ik een videoband van Cineast Eegdeman. Hij heeft de route vastgelegd van stempelpost naar stempelpost. Het zijn prachtige beelden die de gaten in mijn geheugen een beetje opvullen. Ik herinner me nu ook weer hoe we de West Vlisterdijk moesten oversteken via houten hellingen met trapleuning en zwarte rubberen kluunmatten ertussen op het asfalt. Bij de oversteek stond een van de vele vrijwilligers in een oranje jas als verkeersregelaar op te treden. Via kleine boerenslootjes, weteringen en vlieten ging je daarna naar het buurdorp dat toen nog samen met Haastrecht en Vlist tot één gemeente behoorde. Het was als een verplicht huwelijk dat de tegenstellingen tussen de dorpskernen juist extra blootlegde. Een eenheid werd het nooit. Elk dorp behield graag haar eigen identiteit. Logisch.

De 9 Dorpen Fietstoertocht gaat via de Bilwijkerweg. Ik probeer me voor te stellen hoe het was om over het ijs te gaan door dezelfde polder. Dat is een heel andere ervaring. Het is alsof de omgeving van alledag dan niet meer bestaat. Je ervaart alles vanaf het ijs. En dat geeft een heel andere werkelijkheid. Je voelt de koude wind, hoort de schaatsen op het ijs, probeert scheuren te vermijden en in een lekkere slag te komen en gaat samen met anderen naar de volgende stempelpost. Je ziet uit naar de gezelligheid van een eenvoudige ijsclub met houten bankjes, gezellige muziek en de heerlijk gemengde geuren van erwtensoep, broodjes knakworst, punch en warme chocolademelk.

Auto’s op de weg, wandelaars op de kaden en fietsers met boodschappentassen behoren even tot een wereld waar je helemaal niet meer op gericht bent. Ze raakt volledig naar de achtergrond. De Hollandse winterpolder van het schaatsen heeft haar eigen werkelijkheid met een passend decor van poldercultuurelementen waarin het gaat om heel eenvoudige zaken. Van blaren, spierpijntjes, stempelkaarten, koek & zopie en feestmuziek tot vrolijke ontmoetingen, saamhorigheid en verbinding. Een folkloristische eruptie van eenvoudig plezier.

Via de Goudseweg rijd ik Stolwijk in. Langs het gemeentehuis van Krimpenerwaard waar ik de geboorte van mijn kinderen aangaf, rijbewijzen en paspoorten afhaalde. Bij supermarkten, bakker en drogist is al bedrijvigheid te zien. Mensen zijn blij er elkaar te kunnen ontmoeten. Op andere plaatsen is het heel rustig. Het is een grijze dag. Het nodigt niet zo uit om de straat op te gaan waarschijnlijk. Het is bovendien nog vroeg. Er zijn ook maar weinig wandelaars te zien op dit tijdstip. Ik fiets de dorpskern uit via Tent- en Industrieweg. Ik ga naar het industrieterrein waarop het clubgebouw van de Stolwijkse IJsclub ligt.

Als de vaart bevroren is dan zie je het lelijke industrieterrein helemaal niet maar bekijk je alles vanaf het ijs. Dan vormt de ijsclub even het middelpunt van dit dorp. Nu sta ik voor een gesloten hek en kijk ik naar de achterkant van het gebouwtje dat heel onopvallend tussen bedrijfspanden in geklemd staat. Het biedt een vrij troosteloze aanblik.

In juni 2019 was ik er voor het laatst binnen. We brachten toen de dagopbrengst aan inschrijfgelden van de 9 Dorpen Fietstoertocht en evalueerden de organisatie ervan. Vertegenwoordigers van vijftien ijsclubs zaten op de houten bankjes die tijdens strenge winters op het ijs worden gezet. In een kring met een dampend bekertje koffie in de hand. Je hoorde hoe de dag verlopen was in andere hoeken van de polder. Ieder vertelde het eigen verhaal. Over daar waar wij niet geweest waren die dag. Omdat we onze 135e verjaardag vierden met bezoekers en leden. Een dweilorkest met vrolijke muziek en een knalgeel pontje over de Voorboezem gaven extra allure aan de dag.  Ons trotse clubgebouwtje lag te stralen tussen het riet. En wij glommen mee van trots. Het is een prachtige locatie. Dat was ons verhaal van de dag. Op die derde zaterdag van juni 2019. Toen we nog helemaal niets wisten van corona en nog genoten van eenvoudig oudhollands vermaak.

Ik stap weer op. Van stilstaan krijg je het koud. Ik moet me gaan warm trappen. De volgende ijsclub ligt in ’t Beiersche. Daar ga ik op aan. Jammer genoeg niet over de Stolwijksevaart. Vandaag neem ik de Goudseweg. Het alternatief voor de fietser.

Foto’s