Diep geworteld

23 november 2021 - Nieuwkerk, Nederland

Via het smeedijzeren toegangshek gaan we de tuin van de St. Barnabaskerk uit. Er passeert een trekker met aanhanger. ‘Veevervoer’ staat er achterop. Enkele jonge koeien kijken over de houten zijwand in onze richting. Meer berustend dan nieuwsgierig. Alleen de boer weet waar zij naartoe gaan.

Een dorpsgenoot met boodschappentas loopt aan ons voorbij. Ze is ook koorlid van het gemengde dames- en herenkoor St. Caecilia. Net als mijn vrouw. Ze groeten elkaar hartelijk. Ik kijk er geamuseerd naar. Ze wenst ons een fijne vakantie en loopt door naar de bakkerswinkel aan de andere kant van de rotonde.

Mijn vrouw is het jongste koorlid. Een vriendin van haar het een na jongste. De andere dames en heren zijn de zestig al ruim gepasseerd.  Het oudste koorlid is in de negentig. Het koor vergrijst en nieuwe aanwas is er al jaren niet meer. De vaste repetitieavond wordt heel trouw bezocht. Samen zingen verblijdt en verbindt. In de pauze is er aandacht voor het dorpsnieuws of iets persoonlijkers.

Jarenlang ging ik trouw naar de zondagse eucharistieviering nadat pastoor Hendriks (nu bisschop van Haarlem) mij had uitgenodigd om met regelmaat naar de kerk te komen nadat we hem gevraagd hadden om ons huwelijk in te zegenen. Ik vond de vraag heel plausibel vanuit zijn positie en besloot het te doen. Zo kon ik me ook een eerlijker beeld van de kerk vormen en misschien meer diepgang vinden. Want daar had ik wel behoefte aan. En waar vond je die nog? Dit was een mooie aanleiding. Ik had de deur naar de St. Franciscuskerk in Oudewater na mijn Heilig Vormsel maar zelden gezocht. Ik kwam er alleen nog naar de Nachtmis. Af en toe. Omdat het me niet aansprak en ik me er een vreemde eend in de bijt voelde.

Ik besloot lopend naar de kerk te gaan. Ik wilde geen gehaaste kerkgang en zeker niet op het laatste moment de kerk binnenvallen. Ik koos voor rust en aandacht. Op het dorp was het nog vrij stil op de vroege zondagmorgen. Alleen bij café Over de Brug was het al vol met wielrenners die er een bakkie deden. Ik gaf de voorkeur aan de gezongen mis. Want ik genoot vooral van de Gregoriaanse en Latijnse gezangen. Toen ik ze mee kon zingen ging ik ze steeds meer ervaren als een mantra van geborgenheid, kracht en energie.

Na enige tijd had ik een officieuze vaste plek in de kerkbanken. Rechts achterin. Waar ik ook mijn schoonvader trof. Geleidelijk aan ging ik de trouwe kerkbezoekers om me heen herkennen aangezien zij ook een vaste voorkeursplek hadden. Dat je sámen de kerk vormt, werd mij al heel snel duidelijk. Je hebt de trouwe komst van de ander nodig om je opgenomen te kunnen voelen in gemeenschappelijkheid. Het besef dat we als mensen allemaal ‘in hetzelfde schuitje zitten’ ben ik mij daar het diepst bewust geworden. Rangen en standen vielen weg. Samen vieren, zingen en stilstaan bij de diepe levensvragen verbond.

Ik zorgde ervoor dat ik altijd ruim op tijd was. Dan kon ik de tekst voorop het misboekje op mijn gemak lezen. Net als de bezinningsregels achterop. Huub Oosterhuis had een belangrijk aandeel met zijn meer levensbeschouwelijke en filosofische bijdragen. Het vormde een mooie inleiding op de mis die ging komen en gaf richting aan de beleving ervan. De pastoor vond de teksten echter te vrijblijvend en ‘onduidelijk’ (dat snapte hij dan opeens zelf niet?) en maakte liever eigen kerkbundels. Hij trok de touwtjes steeds meer aan en benadrukte steeds nadrukkelijker de dogma’s, de achterhaalde gedragsnormen en morele wetten. Hij joeg daarmee veel trouwe kerkgangers de kerk uit. Mij ook.

Ik ben in oktober jl. nog een keer naar de viering van Maria ter Weghe geweest. Want er is sinds kort een nieuwe pastoor. Ik hoopte weer iets van de fijne beleving van vroeger te kunnen ervaren. Tot mijn spijt moet ik bekennen dat dit niet meer gaat. Ik sta er niet meer blanco en onbevangen in. Ik voelde me weer een bezoeker en toeschouwer. En kan me echt niet meer vinden in het uitgedragen gedachtengoed.

Via de Vlist fietsen we naar Schoonhoven. Ik neurie ‘Onze Lieve Vrouw van Haastrecht’ terwijl mijn vrouw er de woorden bij zingt. Samen zingen we het ‘Credo’ (de geloofsbelijdenis in het Latijn) tussen boerderijen en rietkragen door. De tekst en melodie zitten in ons geheugen gebeiteld. En het zingen ervan laat niet onberoerd. Deze muziek zit meer in het hart gegrift dan welke populaire popsong ook. Het klink mij zelf ook erg soft in de oren maar toch is het zo.

In tegenstelling tot het protestantisme is het katholicisme, veel meer dan het gesproken woord alleen, ook een beleving en ervaring van eeuwenoude gezangen, rijke symboliek en betekenisvolle riten. Het biedt de gelegenheid om het geloof ook te voelen en te ervaren op een niet verstandelijk niveau. En dat is volgens mij precies de reden dat het katholicisme nog steeds diep verankerd is in mensen die al jaren niet meer naar de kerk gaan.

Filosoof en sporter Marc van den Bossche zegt in het boek ‘Een zinvol leven’ dat hij zich na de nodige innerlijke conflicten heeft kunnen losmaken van de katholieke opvoeding die hij in zijn jeugd heeft gehad. Hij merkt op dat de opvoeding hem toch zal blijven bepalen. Hij gebruikt daarvoor het beeld van de rugzak waarin  gedurende je leven allerlei betekenissen worden gestopt. Die draag je met je mee, vaak zonder dat je je er bewust van bent. Maar ze bepalen toch hoe je verder loopt.

Hij werd daarmee geconfronteerd toen hij gastprofessor was in Indonesië. In het hotel waarin hij verbleef, moest hij op een formulier invullen tot welke religie hij behoorde. Er was geen optie om in te vullen dat hij niet gelovig was. Dat was ook helemaal niet de bedoeling. Voor Indonesiërs ben je iemand uit een christelijke cultuur. Of je nu het geloof belijdt of niet. Dat maakt voor hen niet uit. Je bent daar namelijk in geworteld. En je kunt niet loskomen van de traditie waarin je bent geworpen.

In het tv-programma ‘Adieu God’ zijn ook veel mensen geïnterviewd die zijn opgegroeid in de katholieke traditie. Ondanks het feit dat sommigen van hen zich hebben laten uitschrijven als lid van de katholieke kerk, constateren ze allemaal dat het katholicisme nog steeds in hen zit.

Ex-bokser Arnold Vanderlyde hoorde ik ooit in een ander interview zeggen dat hij nog met enige regelmaat naar de kerk gaat om stil te kunnen staan bij de diepe levensvragen. Hij zei ook: “waar zou je dat anders nog kunnen doen?”

Iemand anders zegt dat hij zich, ondanks dat hij niet meer praktiserend katholiek is en al jaren niet meer in de kerk komt, toch niet laat uitschrijven omdat het katholicisme voor altijd een deel van hem blijft en hem heel dierbaar is.

Ik zal ook nooit overwegen om me uit te laten schrijven uit de katholieke kerk omdat ik me er graag welkom wil blijven voelen voor een mystiek moment van stilte. Zoals tijdens deze fietsvakantie meerdere keren het geval zal zijn.

Bij Schoonhoven nemen we het veer over de Lek en bij Gorinchem steken we de Boven Merwede over nadat we een bakkie hebben gedaan op de Grote Markt. Gorinchem is een prachtige oude stad die we vorige coronazomer pas voor het eerst ontdekten, toen ze als vestingstad deel uitmaakte van de Hollandse Waterlinie fietsroute.

Het veer tussen Gorinchem en Sleeuwijk heeft het oudst bekende veerrecht van Nederland. De eerste vermelding komt uit 1329. Hugo de Groot zette zijn ontsnapping via deze weg voort en Marie Louise, de vrouw van Napoleon Bonaparte, ging met het veer om haar man in Gorinchem te bezoeken. Het is geen trage oversteek. Integendeel. Met zeer grote snelheid worden we naar Sleeuwijk gevaren. Dat is nog eens lekker uitwaaien.

We zijn in Brabant. Daar is het veel gemakkelijker om binding te voelen met het katholieke leven van weleer. De provincie is ervan doordrenkt. Het jaar 2021 is uitgeroepen tot Brabants Kloosterjaar en speciaal daarvoor is 'Ons Kloosterpad' ontwikkeld. Een meerdaagse wandelroute  voert langs een vijftigtal (voormalige) kloosters en abdijen in Midden- en Oost-Brabant. Het biedt de mogelijkheid om kennis te maken met de diversiteit van het kloosterleven. Want hoewel kloosters overeenkomsten hebben, zijn er ook grote verschillen. Sommige kloosters richten zich sterk op de contemplatie, stilte en beslotenheid. Andere kloosters zijn juist zeer actief en hebben zich altijd gericht op het werk buiten de kloostermuren. Voor alle kloosters geldt in ieder geval: respecteer de stilte en het ritme van het kloosterleven en betreedt geen privédomeinen. 

Het contemplatief bourgondische onderkomen van de komende nacht ligt in de bossen aan de grens met België. Het is niet opgenomen in ‘Ons Kloosterpad’. In de jaren vijftig was het nog in handen van Trappisten. Momenteel is Klooster Nieuwkerk het eigendom van een Belgische baron. Sinds 1997 heeft het geen religieuze bestemming meer. Het is nu een klein hotel inclusief ruimten waar bijeenkomsten gehouden kunnen worden.

Bij aankomst in het kleine klooster hebben we honderd kilometer op de teller staan en is het al vrij laat. We hebben geen zin meer om nog een keer op een terras neer te vallen. Dat hebben we vandaag al genoeg gedaan. We stallen onze fietsen in de oude schuur, stommelen de trappen op met de tassen in de hand en nemen eerst een lekkere douche. Daarna zakken we in een gerieflijke stoel en gebruiken de eenvoudige maaltijd die we bij de plaatselijke buurtsuper kochten. Een goed gevulde maaltijdsalade, een lekker Brabants biertje en romige boerenyoghurt.

De ramen staan wijd open want het is een warme dag geweest. We kijken uit op het groene landgoed dat in stilte om het klooster heen gevouwen ligt. Een merel zingt in het struweel. Het inmiddels vercommercialiseerde klooster heeft toch nog iets van haar mystieke geheimen bewaard voor ons. Wij zijn er dankbaar voor. Naar goed katholiek gebruik.

Foto’s