Ik heb besloten te vertrouwen

15 juni 2020 - Gouda, Nederland

Ik blijf hier niet stil staan. Maar klim weer op het fietszadel en rijd langzaam verder over de Goejanverwelledijk in Gouda. Rechts van mij zie ik opnieuw het smalle asfaltpad dat van de dijk af naar de Sportlaan leidt. Ditmaal ga ik eraan voorbij.

Bij de ingang van de IJsselhof houd ik in. Heel even. Er lopen nu andere mensen het terrein op. Ik wil ze niet het gevoel geven dat ik hen bekijk. Het zijn mensen wiens verdriet ik niet ken. En zij kennen het mijne niet. Zij weten niet dat ik hier gisteren en nog maar vier maanden geleden ook was met mijn eigen verlies van zeer dierbaren. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd.

Ik vind het troostend dat het een prachtig groen terrein is waar de vogels altijd extra uitbundig lijken te zingen. Alsof ze meer dan normaal hun best doen. Omdat ze weten dat het nodig is. Grote oude platanen omsluiten met elkaar het verdriet dat hier dagelijks geleden wordt. Schouder aan schouder. Vanuit de overweldigende stilte van de aula heb je via glazen deuren vrij zicht op de prachtige laan die tussen statige bomen door naar het crematorium leidt. Dat laatste weet je wel. Maar je ziet dat natuurlijk niet.

Een paar dagen voor haar overlijden kregen wij kort de gelegenheid om haar nog even te zien. Medewerkers van de instelling waar mijn zusje de laatste vijf jaar van haar leven woonde, hadden zich bijzonder ingespannen om dit toch nog mogelijk te kunnen maken. Ondanks de zeer strikte regels in verband met de uitbraak van het coronavirus. We zijn hen er zeer dankbaar voor.

Eigenlijk hadden we haar lang niet meer zo ontspannen zien slapen als nu het geval was. Dat bood toch wat troost. Wat was het emotioneel om een laatste zoen op haar warme voorhoofd te geven. Nog eenmaal met mijn hand door het haar te kroelen zoals ik iedere zaterdag deed bij het afscheid nemen. Nog eenmaal lieve woordjes in haar oor te fluisteren en dan definitief haar slaapkamer te moeten verlaten. Voor altijd. Wat is afscheid nemen en loslaten toch moeilijk. Maar tegelijkertijd bijzonder. Op dat moment ervaar je namelijk ten diepste de band die je met elkaar hebt. Voorheen was je je dat minder bewust. Toen was het allemaal nog zo vanzelfsprekend. Je wist gewoon niet beter. Je kende nog maar een kant van de medaille.

Bij ons mam hebben we om beurten in tweetallen aan het bed gewaakt. Ik heb die momenten als heel intens en als diepe verbondenheid ervaren. Die momenten zijn nu steunend bij het ‘overleven’ van het verlies.

De Vlaamse klinisch psycholoog Manu Keirse is een veelgevraagd rouwspecialist. Hij gelooft niet meer in rouwverwerking. ‘Je kunt hoogstens een verlies overleven.’ In dagblad Trouw zegt hij: ‘Sterven is een moment. Het verlies overleven duurt een hele tijd en het gemis zal nooit echt overgaan. Maar ooit zullen de herinneringen aan het leven van je geliefde dat moment van sterven en verdriet overstijgen.’

Door de coronabeperkingen zijn we niet in de gelegenheid geweest om vooraf met de familie bijeen te zijn, zoals we bij mijn moeder nog wel hadden gekund. Bij het afscheid mocht louter directe familie aanwezig zijn. De afscheidsplechtigheid moest ook nog worden ingekort omdat er tijd nodig was om de ruimte te ontsmetten na afloop. Na ons werd deze weer gewoon door een andere familie in gebruik genomen. Een bijeenkomst achteraf was evenmin mogelijk. Nu pas besef ik goed hoezeer deze momenten van samen delen van verhalen en verdriet nodig zijn. Die momenten zijn ontzettend helpend. Net als de aanwezigheid van vrienden en bekenden na afloop van de plechtigheid.

Nog steeds hebben we de woning van mijn zusje niet kunnen bezoeken. Niet na kunnen praten met verzorgenden. Of troost kunnen vinden door de verrassende uitspraken van die spontane huisgenoten. Het is belangrijk om de lege plek te kunnen zien. Dan dringt het besef van het overlijden namelijk pas echt goed door. Een rouwproces moet kunnen worden doorgewerkt. Want rouwen is werken zegt Manu Keirse. Nu is dat niet goed mogelijk. Het coronavirus laat haar sporen na.

Rouw is als een vingerafdruk. Het is heel herkenbaar voor iedereen maar desondanks persoonlijk en uniek. Keirse stelt in zijn boek ‘Helpen bij verlies en verdriet’ dat het beter is om mensen uit te nodigen om betekenis te geven aan hun eigen ervaring dan om hun ervaring zo te interpreteren dat ze overeenkomt met een theorie. Maar we beseffen elkaars verdriet en gemis onvoldoende. In onze huidige cultuur is het al snel weer terug naar normaal. Terwijl dat helemaal niet kan.

Het valt me op hoe snel de omgeving weer verder draait alsof er niets gebeurd is. Iedereen gaat weer over tot de orde van de dag. Na enkele dagen wordt er van je verwacht dat je de dingen gewoon weer oppakt als voorheen. Nu moet ik bekennen dat ik er ook naar verlangde om weer aan het werk te kunnen gaan. Na het overlijden van mijn moeder trok dat mij namelijk weer op gang. Tijdens het werken kon ik ook rouwen en sprak ik met anderen over het gemis. Maar in coronatijd is ook dat niet mogelijk. Door thuiswerken en er beperkt uit kunnen gaan, is het een extra zware en moeilijke periode. Anderen beseffen dat niet. Op uitzending gemist is een prachtige aflevering van Kruispunt te zien over afscheid nemen in coronatijd. Het was mij in ieder geval tot steun.

Rouwen is in algemene zin toch vooral een heel eenzaam proces. Omdat onze individualistische samenleving geen gezamenlijke rituelen meer heeft. In die rituelen was het mogelijk om de sociale omgeving bewust te laten zijn dat er van rouw sprake is. Men kon het zien en er rekening mee houden. Dat is niet meer zo. De dood heeft geen vanzelfsprekende plaats meer in het dagelijkse leven, de gemeenschap en maatschappij. Daarmee is ook een kader verdwenen waarin mensen elkaar vanzelfsprekend kunnen ontmoeten rond verdriet. Gelukkig ontstaan er wel nieuwe gebruiken zoals het eren van de sterfdag of het bij elkaar komen op de geboortedag van de overledene.

Er wordt ook heel persoonlijk ingevuld wat er na de dood volgt. Ieder heeft zijn eigen beleving, ideeën en opvattingen. Maar deze worden niet of nauwelijks gedeeld met elkaar. Femke van der Laan schreef een jaar lang wekelijks in Het Parool over haar leven in de stad na de dood van haar echtgenoot Eberhard, de burgemeester van Amsterdam. Haar columns werden talloze keren gelezen en gedeeld. De verhalen zijn gebundeld in het boek ‘Stad vol ballonnen’. Het is een liefdevolle en ontroerende schets van rouw in het dagelijks leven. Alle herinneringen aan de overledene zijn zo aanwezig dat ze haast wel zichtbaar moeten zijn, stelt Femke. Als een grote ballon die met een touwtje aan haar pols vastzit. Eentje die ze overal mee naartoe sleept. Zo is de stad vol ballonnen. Met touwtjes vastgemaakt aan polsen.

Ik heb steun gevonden in het lezen van haar boek. Haar verhalen waren opeens zo dichtbij. Zo in te voelen. Het lezen ervan raakte aan mijn eigen verdriet. Via herkenning.

Al sinds mijn schoonvader het bericht kreeg dat hij asbestkanker had, nu ruim anderhalf jaar geleden, ben ik extra geïnteresseerd in universele levensvragen. Het dwingt mij om stil te staan bij de eindigheid van het leven. Ik merk dat ik moeite heb om aan te nemen dat het leven zich uitsluitend beperkt tot de tijd tussen conceptie en overlijden. Ik heb teveel ervaringen gehad, verhalen meegekregen en getuigenissen gehoord die mij anders doen ‘geloven’. Ik heb besloten erop te vertrouwen dat er meer is dan wat wij hier met onze beperkte zintuiglijke waarneming kunnen ‘bewijzen’. Er ligt voor mij een wijsheid in de kosmos besloten die wij (nog) niet kennen. De wetenschap wordt gedreven door er steeds meer zicht op te willen krijgen. Maar niet alles is in wetenschap te vangen.

René Diekstra (psycholoog) heeft zich in verschillende religies en geloven verdiept. Hij stelt dat elke religie uiteindelijk één missie heeft: ze biedt een medicijn tegen de menselijke bestaansangst. Laat dit voor mij dan ook maar zo zijn. Ik leen hiervoor graag Diekstra’s woorden: “I decide to trust the pilot”. Tot het tegendeel bewezen wordt. En dat is voorlopig net zo goed onmogelijk.

Rouw is een reactie die je kunt ervaren bij elke vorm van verlies. Dus ook het verlies van je gezondheid, het krijgen van een ernstige ziekte, ontslagen worden van werk dat belangrijk voor je is, falen in dingen die je heel belangrijk vindt, het eindigen van een relatie, het ongewild kinderloos zijn of het niet kunnen vinden van de partner waarnaar je verlangt, en dus ook het verlies van een belangrijk perspectief. In welke vorm dan ook.

Ik deed met inzet en plezier mijn werk. Er werd regelmatig opgemerkt door anderen dat ik het met ‘hart en ziel deed’. Dat klopt ook. Rouw was een normale reactie toen ik niet de erkenning kreeg die ik verdiende, onrecht ervoer en mijn werk verloor. 

Bij verlies is verdriet de keerzijde van het geluk of de liefde die je gekend hebt, of het gemis ervan. Wanneer je rouwt, ben je verdrietig om wat je vreugde schonk of om wat je vreugde had moeten geven. Het is niet mogelijk om over verdriet te schrijven, te zingen of er op een andere manier uiting aan te geven als je niet ook de keerzijde ervan hebt ervaren. Je zult doorgaans met dezelfde intensiteit rouwen om iemand die gestorven is als waarmee je van de persoon gehouden hebt.

Ik ga maar weer verder fietsen. Eigenlijk ben ik ook wel een rouwdeskundige bedenk ik me opeens. Door het leven gevormd en gelouterd. Tegen wil en dank. Maar dan geldt dat eigenlijk wel voor iedereen. Niemand blijft er namelijk van verschoond. We zullen alle verlies moeten nemen en leren overleven. Veel sterkte gewenst!