Een bakkie bij Café Over de Brug (slotaflevering van 'Langs Rivieren')

3 december 2020 - Haastrecht, Nederland

Net voorbij de Vlisterstee kijk ik achterom. Dat deed ik ook toen ik hier liep met mijn ‘Nikon Camera’. Ik zwaaide naar mijn nichtje. Ze ging de ramen wassen omdat het terras nog even leeg bleef na mijn bezoek. Ik had er geluncht en een praatje met haar gemaakt. Het ging vooral over haar opa. Mijn schoonvader.

We waren allemaal zeer betrokken bij hem. Het was een week voor zijn overlijden. Maar dat wisten wij toen niet.

Ik koester de herinnering aan die meivakantie ervoor. Toen we nog niet wisten van de asbestkanker. Ik haalde hem ’s morgens op om samen naar Schoonhoven te rijden door de Vlist. Het was heel zonnig weer en we reden langs de frisgroene bermen met gele lissen en een huis in aanbouw. Dat boeide hem. Hij had er erg veel plezier in om een verlaagd plafonnetje te maken in de keuken van zijn kleinzoon en diens meissie. Hij maakte geintjes, had enthousiaste ingevingen toen we bouwmarkt Kluswijs bezochten ter voorbereiding, en hij liep te fluiten. Dat deed hij vaak. Vooral als hij het naar zijn zin had. Ik werd daar vrolijk van.

Aan de overkant van het water staat een bescheiden huisje. Mijn oudste zoon speelde er als kind. De ouders van het vriendje wonen er nog steeds. Vroeger woonden er twee klasgenoten van mij. Twee broers. We vierden er ons eerste klassenfeest. Met klas 2VWO B – die B schiet mij nu opeens te binnen – was dat. Het werd de avond van mijn ‘eerste zoen’. Dat het meisje een lipbalsem op had gedaan met een heel nare smaak is me er het meest van bijgebleven. Het was ‘afzien’. Ik werd er een beetje misselijk van.

Een groepje jongens bleef er slapen. Ik ook. In de donkere nacht naar huis fietsen was onverantwoord. Toen we de volgende ochtend richting Haastrecht fietsten verwisselden we groene brievenbussen door ze van de houten paaltjes te tillen en op een willekeurige andere terug  te hangen. Onschuldig kattenkwaad vonden wij en hadden er de grootste lol om. De eigenaren niet.

Op de boerderij aan de Oost-Vlisterdijk, een eindje verderop, woonde Annemiek. Ook een klasgenootje. Bij haar hadden we wederom een klassenfeest. In hetzelfde schooljaar. Het was de tijd van La Bamba. Je ging in een kring staan met jongens en meisjes. Een kringspelletje voor pubers eigenlijk. We huppelden alleen niet rond als ‘Joepie Joepies’ – zoals mijn kleutertjes deden – maar liepen een beetje ongemakkelijk op een leuk klasgenootje af om een zoen uit te wisselen. Ik meen dat de initiatiefnemer in de kring moest gaan staan en dat de gekozene dan weer aan de beurt was om een ander te gaan kiezen voor een kus. Maar als je ‘elkaar beviel’ dan verliet je samen de kring. Dan koos je niet opnieuw. Die spelregel is me wél bijgebleven. Ik had geluk en was met het mooiste meisje van de klas. Dat vonden alle jongens. Zij had gelukkig geen lipbalsem op. Van haar werd ik echt niet misselijk.

Een heel klein stukje verderop is de kaasboerderij van Van Diemen. De oude schuur op het erf is ingericht als clubgebouw van IJsclub De Vlist. Een begrip in de streek. Erin is een leuk barretje gemaakt. Als de ijslaag dik genoeg is schaatsen veel Haastrechtenaren even naar Van Diemen en terug.

Op een boerderij vlakbij de Vrouwenbrug logeerde mijn jongste zoontje bij een vriendje in de pipowagen op het erf. De opa en oma van de jongen wonen in de achterzijde van de boerderij. Opa is lid van de Vlister Zangers. Eens per jaar tijdens cultureel evenement De Boer Op worden zeemansliederen gezongen op hun erf. Mijn jongste zusje haakte spontaan in bij een zanger die enkele jaren daarvoor zijn eigen kind met een verstandelijke beperking verloren was. Wat een toeval. Hij genoot. Mijn zusje genoot. En mijn moeder was blij en deinde vrolijk mee op de baren.

Op het erf van een boerderij bij Stolwijk had ze ook al op de drums van mijn oudste zoon gemogen tijdens hetzelfde evenement. Het was een topmiddag.

Aan de brede kant van het water is de schuur waaruit Klaas de Wit diervoeders verkocht. Naast zijn woonhuisje. Wij kochten er het voer voor onze huisdieren. Het was een leuk uitstapje met mijn kinderen. Tegenwoordig is hij uitvoerder bij de Stichting Promotie Krimpenerwaard en leidt hij als vrijwilliger mensen rond bij Boezemmolen no.6 in ons dorp. En af en toe speelt hij voor molenaar.

Net voorbij de volgende bocht ligt de vernieuwde Stokkenbrug. De oude was lager en had een draaibaar middengedeelte. Dat werd opengedraaid als er schaatstoertochten waren. Ik schaatste er met mijn oudste zoon toen ik mijn 3e zus tegenkwam. Zij schaatste in tegenovergestelde richting. Ik heb vijf zussen en ga hun namen natuurlijk niet gebruiken hier. Derde zus klinkt natuurlijk onpersoonlijk en misplaatst maar intimi weten wel wie ik bedoel. Lees het maar met een knipoog.

De naam van de bushalte naast de wit houten brug is ‘Stokjesbrug’. Dat is niet juist. Of hoort die naam misschien bij het kleine bruggetje ervoor dat hangt tussen enkele stokken waarop klompjes zijn vastgespijkerd? Het verhaal gaat dat de witte brug in de volksmond Stokkenbrug heet omdat er rondom de brug veel families Van der Stok wo(o)n(d)en.

Wij kanoden met broer(s)/zwagers/zussen/schoonzus(sen) – hoe noem je zo een groep als er maar één broer en één schoonzus deel van uitmaakt eigenlijk? – over de Vlist en legden even aan bij de Stokkenbrug voor een korte pauze of sanitaire stop. Mijn oudste zus en zwager stapten uit hun kano. Mijn zwager zat alweer in de kano toen mijn zus net naast het midden instapte. Heel traag kantelde de kano opzij voordat ie omsloeg. Heel langzaam zagen we de ontzetting op het gezicht van onze zwager overgaan in een lijdzaam ondergaan. Er was geen redden meer aan. Het brood dreef in een boterhamzakje op het water en mijn zwager en zus konden het hoofd er maar ternauwernood boven houden. Een onvergetelijk komische film die ik met een glimlach opnieuw afdraai.

Ik bezorgde hier eenmalig de TNT kerstpost, reed er met mijn zoontje en zijn vriendjes in de rode fiat met open achterklep om kerstbomen te verzamelen, had er de slappe lach met mijn oudste zoon en zijn volleybalvrienden op weg naar een uitwedstrijd. Nergens heb ik zoveel prachtige herinneringen als hier. Het zal een extra reden zijn dat ik graag in de Vlist ben.

Ik kom langs de boezemmolen die gelukkig al jaren geleden weer in volle glorie is hersteld door het Zuid-Hollands Landschap. Ze heeft haar wieken terug. Ze is een icoon voor ons dorp. Vervolgens ga ik langs zwembad De Loete waarin ik zwom met mijn kinderen en waar we de Jan Faaij Landijsbaan voor kinderen maken op de ligweide als het wintert … Ook lieten we er de 9 Dorpen Fietstoertocht verschillende keren starten.

Het zijn voor de lezer geen boeiende teksten. Dat besef ik wel. Het is mijn eigen drang om het allemaal op te rakelen. Omdat ik er blij van word en daar zo een behoefte aan heb. Omdat ik voel dat ik ervan opleef na een lange moeilijke periode. Het is onbeschrijflijk fijn om weer blijheid te voelen. Het is nieuwe energie. Levenslust. Het geeft weer ‘zin om iets te doen’.

Ik heb het lang moeten uithouden in de woestijn zoals Claartje Kruijff het noemt. Maar ik heb de moeilijke momenten steeds recht aangekeken. Ging er dwars doorheen. Ben het nooit uit de weg gegaan. Omdat ik dat belangrijk vond. En nu krabbel ik weer op. Ik voel het. Ik ga de rouw overleven zoals Manu Keirse het beschrijft. Ik ga weer op zoek naar nieuw perspectief. Met vallen en opstaan krijgt het gebeurde een plek. Ik stel me geleidelijk open voor anderen. Daar komt weer ruimte voor. Ik heb mezelf steeds heel serieus genomen en mijzelf voorop gesteld. Me steeds afgevraagd wat ik nodig heb om weer te kunnen gaan functioneren. Dan pas kan ik ook weer iets voor een ander gaan betekenen. Want dat is wat mij drijft. Daar leef ik voor.

In het tv-programma Jacobine Op 2 ging het de afgelopen aflevering over rouw. Vorige week zag ik de documentaire Ik rouw van jou. In beide komen vooral mensen aan het woord die een ouder hebben verloren. Meer dan twee jaar geleden. Ook Frits Spits vertelt zijn verhaal. Hij verloor zijn vrouw tweeëneenhalf jaar terug. Het gaat nu zichtbaar beter met hem.

Uit alle verhalen blijkt wel dat het verlies een plek gaat krijgen. Dat er nog momenten van verdriet zullen zijn. Maar dat het niet erg is, omdat ze je ook doen beseffen hoe groot de betekenis van de ander voor jou is. De emotionele momenten zullen je leven steeds minder ontregelen. Het is fijn om over de overledene te spreken. Je wilt niet dat er wordt doodgezwegen.

Maar er blijkt ook iets anders uit.

Hoe ongemakkelijk er wordt omgegaan met rouw in onze westerse maatschappij.

Hoe onbeholpen veel omstanders zich gedragen omdat ze niet weten hoe te reageren.

Dat het een feit is dat rouw een enorme impact heeft op ieders leven. Overeenkomstig de betekenis die de overledene – of het verlies – voor je heeft. En hoe je zelf in elkaar steekt.

Je kunt geen oordeel vellen over andermans rouw. De lengte en intensiteit ervan is heel persoonlijk. “Rouw is als een vingerafdruk”, schrijft Manu Keirse.

Een van de geïnterviewden zegt: “het wordt nooit meer hoe het was”. Er is voorgoed iets veranderd maar we leren uiteindelijk te leven met de nieuwe waarheid en met het gemis. We overleven het verlies.

Ik fiets ‘het dorp op’ en passeer natuurlijk alleen maar bekende plekjes met veel betekenis. Ik zal je er niet mee vermoeien maar ik ben gewoon weer thuis. Via de Veerstraat rijd ik de brug over de Hollandse IJssel op. Daarna ga ik direct linksaf. Vlak voor Café Over de Brug langs. Hier dronk ik een bakkie met mijn mams. Rechts voor het raam. Aan die tafel.

Mijn 4e zusje appt dagelijks de teksten die mijn moeder sprak dezer dagen. Precies een jaar geleden. Toen appte ze de teksten ook al. Maar nu lees ik er pas in wat we er toen tussen de regels door in konden voelen. Het was allemaal zo ontzettend puur. Er was een last van haar schouders gevallen. Haar taak was volbracht. Mijn jongste zusje was in goede handen. De laatste dagen was ze vrij van zorgen en groeide haar vertrouwen. Ze was tevreden en voldaan. Gelukkig welhaast. Er hoefde niets meer besproken te worden. Het was goed. Helemaal. We waren met elkaar in vrede en liefde. En dat maakte alles opeens heel licht. Het ontsteeg ons verdriet.

Vandaag is het een jaar geleden dat mijn moeder overleed. Tijdens het afscheid in de aula zongen we met elkaar het refrein van Memories. Een wijntje drinken was belangrijk bij ons. En is dat nog. In alle gezinnen. Daarin viel en valt alles samen. Daar zijn geen woorden voor nodig. Dat voel je gewoon.

"Here's to the ones that we got
Cheers to the wish you were here, but you're not
'Cause the drinks bring back all the memories
Of everything we've been through
Toast to the ones here today
Toast to the ones that we lost on the way
'Cause the drinks bring back all the memories
And the memories bring back, memories bring back you"

Mijn moeder

Mijn zusje

Mijn schoonvader

Onze dierbaren

Ze leven voort in ons. Wij nemen de levensfakkel van hen over. En leven verder in hun geestelijke aanwezigheid. Want zo gaat dat!

(‘Nikon Camera’ uit het nummer 'Kodachrome' van Simon & Garfunkel)